Tijdens de Liedjesmiddag valt de inzending van Peter Aquarius Alle wichter van Wieërt bij de jury het meest in de smaak en wordt dan ook gekozen tot Vastelaovendjlidje 1990.

Nieuwe heren (Vorsten in dit geval), nieuwe wetten? Hoe dan ook worden heel wat wijzigingen doorgevoerd in een aantal vaste evenementen van het Rogstaekerscarnaval. De nieuwe stijl van de seizoenopening is ‘Minder praten, meer vaart en volop muziek’. Om met dat laatste cruciale onderdeel van carnaval te beginnen: er zijn optredens van Fanfare d’Amazuur, Hermeni-j de Kompeni-j, De Kepèl van Harmonie Sint Joseph en de winnaar van het Toêt- en Bloasfieest 1989, de Slaopendje Hermeni-j. Nieuwe talenten zijn troubadour Lei Houben, Marc Fontein, Jo en Petra van Geneijgen en Mart Gabriëls. Succesvolle optochtdeelnemers worden tijdens de avond uitgebreid in het zonnetje gezet en het enthousiaste publiek beleeft een geslaagde start van carnaval 1990.

Andere noviteiten: bruid en bruidegom bij de Boerenbruiloft tijdens het Boerenbal, zouden voortaan niet afkomstig zijn uit de gelederen van v.v. De Kauvers (Hockeyvereniging Weert), waarmee een lange traditie verleden tijd is. Voortaan zullen de beide hoofdfiguren met aanhang gezocht worden in de rijen van de optochtdeelnemers. En de abdicatie van Prins Carnaval vindt voortaan op carnavalsdinsdag plaats en dus niet meer op de gala-voorstelling van de Bonte Avond.

Op diezelfde dag wordt als afsluiting van het Toêt- en Blaosfieest de scène staek Jan, staek met vertrouwe, staek Jan, staek of ’t zal dich rouwe uit De Rogstaekersoperette opgevoerd.

’s Avonds wordt vóór de abdicatie van de Prins de toch al zo geplaagde rog ook nog eens plechtig verbrand.

Ook de wichtermiddig wordt voortaan anders van opzet. Op de eerstvolgende editie voert Mark Bouwmans, samen met Wiel van Geldorp, Frans Adriaens en Huub van den Bosch een echte familie ‘Kloon’ (clown dus) ten tonele als een doorlopend verhaal – geschreven door Mark Boumans – met als hoogtepunt de uitroeping van de Jeugdprins 1990.

De Bonte Avonden krijgen als thema mee Det hejje gedroumdj. Tegelijk met de gala-avond op zaterdag zendt de lokale omroep Weert een avondvullend programma uit rondom de uitroeping van Prins Carnaval 1990. De luisteraars kunnen daarbij hun kandidaten doorbellen. De droomsfeer van de avonden wordt schitterend gesteund door een prachtig decor van Henry van de Mortel, Theo van Helmond, Frans Slabbers, Jaak Halfers en Eric Fikken. Volgens de kranten wordt het publiek weer meer dan de laatste jaren geboeid. De artiesten hebben een gave interactie met het publiek.

Mies Greymans, Ton Donders en Jos van Dooren zijn weer de drijvende krachten. Een hoofdrol is er ook voor De Vastelaovundj Zèngers met fraai gestileerde teksten over het Weerter reilen en zeilen in de lachspiegel. Variatie is er genoeg met bijvoorbeeld de dansacts van de Flamingo’s en dansgroep Marie-José. Twintig jaar lang is Ed Snaphaan al de muzikale begeleider van de Bonte Avonden. Hij neemt nu afscheid en wordt benoemd tot ere-artiest van De Rogstaekers. Harry Meeuwissen (45), directeur Bouw van Bouwconcern Wilma wordt uitgeroepen als Prins Harry I. Zijn ordeteken wordt dat van Ut Truufelke en zijn devies luidt Bouwtj op en braektj neet aaf. Hij laat zich de komende zes weken bijstaan door de Adjudanten Sep Gielis, Jan Muters, Herman Jansen, Frans Peerlings en Wim Verstappen. De wichtermiddig is met alle clownerie zo succesvol dat er een tweede volgt. Frank Driessens, zoon van het bakkersechtpaar Driessens – Barents op de Biest, wordt er gepresenteerd als Jeugdprins Frank III. Hij kiest als devies Met Frank van de bakker vuuërop, zette vae hieël wieert op zien kop en hij reikt Ut deigrölke als ordeteken uit. Esther van Ganse-winkel en Frank Leurs worden gekozen als leukste clowntjes en zij mogen met Kanseleer Driek de grote Rogstaekersoptocht openen. De S.L.V.-delegatie heeft op de maandagse Bonte Avond een Zilveren Buut in petto voor Herman Linskens (Piependje Pörs), al 4×11 jaar deelnemer aan de optocht. De S.L.V.-medaille is voor Rogstaekerslid Frans Bergmans en Kanselier Driek van den Broek wordt geëerd met de zeldzame orde ‘Lid van Verdeenste’ van de S.L.V. Dan het Boerenbal, voor het eerst volgens de nieuwe mode. De Vengnaaze leveren bruid Marina Koppen en haar aojers Pierre en Toos Gubbels. De Örtjes schuiven bruidegom Rogier Jansen met Theo en Hetty Loven als ouders naar voren. Vengnaas Wil van Gansewinkel en Örtje John Bouwels fungeren als getuigen. De hosmiddig in de Poort van Limburg is voor de Rogstaekerkes en Rogstaekerinnekes weer één groot feest. Met als thema Ut gieët weer doeër gaat de Koldergalleri-j inderdaad gewoon door. Vanwege hun 22-jarig bestaansjubileum vieren de Dorstvlieëgels uitgebreid feest met onder meer een zeer geslaagde receptie en de instelling van De Broonze Bakfiets als wisselprijs voor de beste groep in de Weerter Wichteroptocht. De Gouwe Lambieck gaat naar politicus Aloys Heymans, de zilveren naar de optochtcommissie van De Rogstaekers en de bronzen naar Staalbedrijf Cuypers. Carnavalsvereniging D’n Uul uit Roermond ontvangt de Ere-Lambieck en het Collectief van de Koldergalleri-j de Jan van der Croonmedaille. Er komt steeds meer Zuid-Amerikaanse en andere buitenlandse inbreng in de Weerter optocht. De toeschouwers worden verrast met thema’s als de Lambada, de Samba, en Vae breenge uch caramba de vastelaovundj samba (De Wiepkes). De Ketsers winnen de Gouwe Rog (en niet de ‘Gouden Rat’ zoals een plaatselijke krant per abuis kopt..) met het motto Es de vastenaovendj achter de rök dan gaon vae nao de Noordpool trök. Ook dat stuk buitenland is dus vertegenwoordigd. De weers-voorspellingen tijdens carnaval zijn slecht, met als gevolg dat ‘maar’ zestigduizend bezoekers naar de Rogstaekersstad komen. Maar in de paar uur dat de optocht zich door de stad beweegt is het droog en schijnt er zelfs een waterig zonnetje. De media gebruiken termen als fleurig, kleurig en verrassend, kolderiek, orgineel en tot in de puntjes verzorgd afgewerkt. Buitenlandse invloeden of niet, de lokale dingen van alle dag komen weer jolig voorbij: de Milieuboks, het subtropisch zwembad en het te pas en te onpas afsteken van gemeentelijk vuurwerk bij elke feestelijke gebeurtenis. De Dorstvlieëgels weten dit Wiëerter Veurwerrek zo hilarisch te illustreren met levende gillende keukenmeiden, knalpotten en strijkers, dat ze er voor het tweede jaar op rij de Knawwelprieës mee winnen.

Striemende hagelbuien en windkracht tien teisteren carnavalsmaandag. De wichter-optocht moet worden afgelast. De jurering van de koppen en de groepen gaat wel door, nood-gedwongen in de parkeergarage van Hotel Jan van der Croon. Dankzij de lekkere muziek van de Kerkelijke Harmonie Sint Joseph wordt het daar toch een ware carnavalshappening. De Kleine Gouwe Rog is voor Scouting Sint Job van Leuken en wisselprijs De Broonze Bakfiets gaat naar De Sniêkuiters.

Op carnavalsdinsdag is het buiten geen haar beter. De Rogstaekers laten daarom het Toêt- en Blaosfieest plaatsvinden in overdekt winkelcentrum De Munt. Voor het Staeke vanne Rog en het afscheid van Jeugdprins Frank III houdt burgemeester Matti ‘open huis’ in de overvolle hal van het stadhuis. Helemaal in het kader van de ‘buitenlandse’ invloeden van deze carnaval valt de eerste prijs van het Toêt- en Blaosfiest buiten Weert en komt terecht bij Harmonie Beperkt uit het Brabantse Vessem. ’s Avonds trotseren honderden Rogstaekers en Rogstaekerinnekes de elementen en lopen in optocht vanaf het Rogstaekersbeeldje op de Markt naar het Pelieës vanne Rog om daar het roggebeest te verbranden en afscheid te nemen van ‘Stormprins’ Prins Harry I.

Het was weer een schitterende vastelaovendj, die – aldus kenner Huub van den Bosch – ‘door geen storm en regen klein te krijgen is’.

Prins
Prins Harry I Meeuwissen

Adjudanten
Sep Gielis
Jan Muters
Herman Jansen
Frans Peerlings
Wim Verstappen

Jeugdprins
Frank III Driessens

Liedje: Alle wichter van Wieërt

Alle wichter van Wieërt zeen verklei-jdj
en ze hosse en kuite mer doeër
Ze hoove neet te waere opgelei-jdj
tot zêngers in un koeër
want ze zeen as Rogstaeker geboeëre
net zoeë as miên aojers en auch ich
Jao ze zeen as Rogstaekers geboeëre
kinne lekker fieëste net as ich.

As-je lieertj dan bliêfdje auch neet loomp
det meindje oeëze meister
en schrief ziên potloeëd stoomp
Sleum en loomp det teldje hieël neet mieër
met oppe kni-j ‘ne pleister
verklei-jdj as batavieër

1e prijs optocht
V.V. De Ketsers

Boerenbruidspaar
Marina Koppen
Rogier Jansen