Op de voorpagina van de editie van het Land van Weert van 13 april 1972 spuit de woordvoerder van negen kunstenaars uit het streekgewest Weert, Hubert Herberghs, zijn gal over de gang van zaken rond de ‘Kultuurnota’. Tot deze groep kunstenaars behoren onder meer Pierre Creemers, Jan Tullemans en het echtpaar Ries en Phil Linnartz.
Het artikel opent met de kop:
“Weerter kunstenaars zeggen: “Onze pogingen tot verandering van het Kultuurbeleid worden door het gemeentebestuur geboycot.”
Vooral de houding van wethouder Stan Smeets stuit Herberghs tegen de borst. De wethouder weigert de ‘Kultuurnota’ in ontvangst te nemen. De groep wil graag over de nota in overleg met het college van burgemeester en wethouders, maar dan wél met de pers erbij. Het college wil echter de nota binnenskamers behandelen.
Aanleiding voor de ‘Kultuurnota’ is het komplan en de plannen voor een bestuurscentrum voor de binnenstad van Weert. In het komplan worden verschillende scenario’s voorgesteld hoe de binnenstad van Weert gestalte moet krijgen. Hierover heeft de groep onder leiding van Herberghs een gesprek aangevraagd met de gemeentelijk stedebouwkundige, de heer Salemans. Dat gesprek is tot vier maal toe finaal de mist in gegaan. Uit een telefoontje met de ambtelijk medewerker blijkt dat het college niet wil dat er gesprekken met Salemans gevoerd worden.
Verder vindt Hubert Herberghs: “Het hele probleem is terug te voeren tot een gebrek aan visie bij B&W … alles blijft bij het oude, nieuwe initiatieven worden niet genomen.”