Al sinds 31 mei is het feest in de stad vanwege het 25-jarig koningschap van Koning Willem III. Op de Markt zijn optredens van harmonieën en fanfares en er is een optocht met praalwagens met als motto het koningschap, de stad en de industrie. Er zijn ‘volksvermakelijkheden met prijzen’ en aan de armen worden driehonderd broden uitgedeeld. Kortom het is een heel programma dat tot en met 4 juni duurt.
Op de 3de juni zijn er wedstrijden vogelschieten voor de leden van de schutterijen. De prijs voor de winnaar is een eremedaille, uitgeloofd door de erevoorzitter van de feestcommissie. De dag wordt afgesloten met een groots vuurwerk aan het Bassin.
Er volgt een ooggetuigenverslag in de editie van het Kanton Weert van 6 juni 1874.
De schrijver begint met zich te verontschuldigen voor het feit dat hij geen ingezetene van de stad Weert is, maar uit Roermond komt. Het valt hem op dat, in tegenstelling tot zijn eerdere bezoeken aan de stad, Weert bruist van leven.
In het bijzonder gaat zijn waardering uit naar het vers van de dichter van het Weerter Koningsfeest, dat luidt:
Daar rijst het Weerter volk weer op
en ‘spelemeit’ van vreugd
Daar hijscht het weer den vaan ten top
met ouden heldendeugd
De Oranjekleur versiert de stad
Die keur door elk geëerd
Wij hebben haar steeds liefgehad
Als onzen Jan van Weert.
De onbekende Roermondenaar is onder de indruk van het feest van de Weertenaren en het enthousiasme voor het Koningshuis.