Jan Pitten, oud-burgemeester en vooraanstaand ingezetene van Weert, verdacht van ketterse sympathieën, wordt van alle kanten geholpen met ontlastende verklaringen die zijn opgetekend op 3 juli 1571.
Een ander geloof dan het katholicisme, met name het protestantisme, wordt in die jaren als ketterij aangemerkt. Waar deze verdachtmakingen vandaan komen, is (nog) niet duidelijk. Mogelijk dat Pitten tijdens zijn burgemeesterschap met een van zijn stadgenoten een aanvaring heeft gehad.
Een groot aantal inwoners van de stad probeert hem met getuigenissen van de vermeende ketterij vrij te pleiten. De getuigen verklaren dat Jan Pitten een goed christen en katholiek is, die zijn kinderen altijd naar de kerk voor de heilige mis brengt en verder als een vroom man in zijn doen en laten bekend staat.
Lees de getuigenissen in 3 juli 1571 Een ketter