Met een “Ik heb hier een goed gevoel bij“ steekt burgemeester Jo Matti een delegatie van de gemeente een hart onder de riem. Die vertrekt op 5 juli 1989 met de bus naar Den Haag.
Daar wordt bekend gemaakt welke gemeente zich Milieustad van Nederland mag noemen.
Aan de wedstrijd hebben meer dan 50 gemeenten deelgenomen. Vooraf behoren de gemeenten Eindhoven, Den Bosch en Delft tot de favorieten.
Milieuminister Ed Nijpels maakt ’s middag bekend dat Weert de prijs heeft gewonnen.
Als aandenken krijgt de gemeente een bronzen fontein in de vorm van een boom van kunstenaar Leo Combee.
Volgens de voorzitter van de jury, commissaris van de koningin van Utrecht, jonkheer Pieter Beelaerts van Blokland, heeft de gemeenteraad een grote rol gespeeld. De raad heeft het aangedurfd voldoende financiële middelen beschikbaar te stellen voor een adequate afdeling Milieu met maar liefst negen ambtelijke functionarissen. Vooral op het aspect van de milieuhandhaving scoort Weert boven gemiddeld ten opzichte van andere, veel grote gemeenten.
De fontein wordt enige tijd later geplaatst aan de hoofdingang van het nu voormalig stadhuis aan de Beekstraat. Onder grote bestuurlijke belangstelling wordt het in gebruik genomen en minister Nijpels proeft van het smakelijke verse water.
Na enige tijd is de pomp van de fontein defect en hij is tot medio 2014 nog niet gerepareerd.