In de ochtend en middag van 11 juli 1953 trekt er een orkaan over de stad. Als gevolg daarvan is er aanzienlijke schade aan gebouwen, straten en gewassen. In de ochtend treft een bliksemschicht een boerderij op Laar.
De inslag zorgt voor een kleine schoorsteenbrand, maar richt gelukkig voor de bewoners weinig schade aan. ‘s Middags zijn er weer flinke windstoten. Heel wat Weertenaren herinneren zich nog de storm die op 14 november 1940 het einde betekende voor de houten spits op de St.-Martinuskerk.
De windstoten richten vooral schade aan in Leuken en omgeving. Aan de Middelstestraat vallen twee bomen tegen de gevel van een opgeleverde woning. Niet ver daarvandaan, op ‘De Trumpert’, vallen bomen op een woning. Hierbij is de schade aanzienlijk.
De orkaan velt ook achttien bomen langs de Roermondseweg. Niet alleen zorgt dit voor veel verkeersoverlast. Het pas aangebrachte teerwegdek raakt beschadigd.
Bovendien zijn de ondergrondse gas-, water-, telefoon- en elektriciteitskabels, die in de bermen liggen begraven, geraakt.
De schade aan de gewassen zoals rogge, haver en tarwe op de akkers in het buitengebied van Weert loopt behoorlijk in de papieren.