In het Oud Rechterlijk Archief van Weert is een uniek document, gedateerd 7 augustus 1570, te vinden waarin een eedformule tegen ketterij staat vermeld.
Na de komst in 1570 van de hertog van Alva als gezant van de Spaanse koning, komt in Weert een onderzoek op gang naar de troebelen van het jaar 1566.
Enkele verdachte personen worden op het kasteel aan de Biest in hechtenis genomen zoals de Weertenaar Frans Sillen, oud-burgemeester, en twee personen uit Wessem, namelijk Dierick Vinckenbos en Jan Joosten.
De verdachten leggen een eed af waarin zij de ketterij tegen het katholieke geloof afzweren.
De eedformule is:
“Beloeffenis ende abiuratie (afzwering) der drij gevangenen, met name Frans Sillen, onse mitburger, Dierick Vinckenbos en Jan Joosten, burg(ers) tot Wessem. Actum Anno 1570 den VII e dach Augustij.
Ick N.(N.) versaecke ende versweer alle ketterije, alle dwaling die den heijjlig Catholijckhen geloeve co(n)trarie (in strijd) mogen sijn ende van der heijlige Canons van generael Concdilie, ende besonder durch dat Concilien van Trenten geapprobeert (goedgekeurd) ende gecondemneert (veroordeeld) sijn, end beloeve, te wllen leven in scroem inder onderdaeniheijt ende onderhalding der heijligen Catholixschen Roompsen leringe und alle ketterijen und valsche leringhe te schieten.
Soe mich node help G.(odt Almachtich).”