De St.-Martinuskerk aan de Markt, zoals die er grotendeels nu staat, is ingewijd op 19 november 1512. Van de inwijdingsactiviteiten is echter niets bekend.
De kerk staat op de plek waar tot aan het einde van de vijftiende eeuw een bescheiden kerk heeft gestaan. De stad groeit vanwege de levendige handel en de toenmalige kerk wordt te klein.
Van de kerk wordt het middenschip afgebroken en vervangen door het huidige.
Vóór de nieuwe kerk wordt rond 1528/1529 een toren opgericht. Deze blijft eigendom van de stad. Deskundigen vermoeden dat het bij de bouw al de bedoeling is geweest een hoge toren te bouwen. Wellicht wegens geldgebrek is het er destijds niet van gekomen.
De robuuste onderzijde van de toren heeft als voordeel dat het plaatsen van een hoge constructie rond 1887-1889 (‘De Lange Jan’) en de huidige torenspits in 1958-1961 zonder al te veel technische problemen kunnen worden gerealiseerd. Links van de kerktoren verrijst in 1652 een woning en rechts van de toren staat een wachtkamer die van 1829 tot 1882 dienst doet als vleeshal. Beide panden worden in 1882 gesloopt.