Op 8 december 1795 doet Lambertus Goofers verslag van de komst van de Franse soldaten op 8 december 1795 naar Weert. Een dag later wordt een vrijheidsboom op de Markt geplaatst en barst een feest los.
Goofers schrijft hierover:
“Den 8 December 1795 komen de Fransen alhier naermiddag, om twee uren, en sy waeren in de stadt zonder dat iemandt het wist. En het was een regiment te voet en men riep: Vivat het Franse repubelyk! Vivat de natie! Vivat de Franse patriotten! En sy blyven hier liggen, maar es anderdaegs komen zy den boom van vryheyd te planten, den welken sy selven kwamen te haelen op Altweerdt. Sy komen hem op te regten [rechtop zetten] , het was eenen dennenboom, en boven was daer een roode mutds in, hetwelk sy noemden Jacobynen mutds, en daer stond op geschreven vrij of doodt. En doen kwaemen sy daer om te dansen rommetom den boom [om te dansen om de boom], alle borgers [burgers] de welke op den merkt stonden namen de soldaten met de handt, en zy moesten ook dansen en sy songen dan: Sollen kermiollen vila som de kanon.
En sy kwamen leuden met de klok en het was al victorie.”
Lambertus Goofers woont aan de Biest en is de opsteller van de ‘Chroniek der stad Weert, 1784 tot 1802’. Deze kroniek geeft een overzicht van belangrijke gebeurtenissen over de periode in de stad.