Weert heeft een tijd een bezetting van Spaanse troepen onder leiding van kapitein Blasio de Capesura. Deze troepen zijn lang elders ingezet.
Weert denkt daarom dat het in dat geval niet voor de kosten hoeft op te draaien. Niets blijkt minder waar. Er is een achterstand van acht weken. Blas(io) denkt het achterstallige bedrag snel te kunnen innen door op 15 januari 1586 de burgemeester en enkele oud-burgemeesters op te zadelen met de inkwartiering van een aantal soldaten.
Het stadsbestuur komt deze ongelukkigen achteraf te hulp met een klein bedrag om de kosten te dekken.
‘Opden 15 (Januarij) heefft der capitain Blas (overmitz sin gelt van acht weken niet gerijt en was) gesandt ten huese vanden Borghemr. Floris Hugo (1585/86), Wilhm van Elven (1571/72 en 1583/84), Cornelis Pompers (1573/74), Frans Sillen (1579/80), Wilhm Smetz ( in dit jaar schepen) (metz dat Gerardt Karis alsdoen Scepene bij hem woonden) ende tot minen huese (van Gerard Karis?) Ideren seeker getall van soudaeten om exequutie te doen tot der selver betaelinghen, malcken (= elkeen) tot sinen grooten scaede te goet gedaen vijff gulden, facit in all vijffendertich gulden.’
Het gaat blijkens dit bedrag om 7 huizen.
Is Gerard Karis dubbel gepakt of is één persoon vergeten?