1955 – Wilhelmus-Hubertus molen

Molen Wilhelmus-Hubertus ligt prominent langs de Oude Hushoverweg/Eindhovenseweg, de belangrijkste entree tot de binnenstad van Weert. Door de hoge molenbelt steekt de molen duidelijk zichtbaar boven de omgeving uit. Met het woonhuis van de familie Bair Adriaens- Meulen en de zonen Piet, Tjeu, Bert en Frans.

Geschiedenis
Deze molen is gebouwd nadat hier een standerdmolen door blikseminslag vernield was. De standerdmolen, eigendom van Piet Meulen, werd in 1903 gesloopt. Vroeger was de Hushoverweg veel smaller dan in de eerste helft van deze eeuw en de molen stond verder van de weg af. Langs de weg ontstond rond de eeuwwisseling enige bebouwing, die de lage standaardmolen de veel voorkomende zuid-westen- en westenwind uit de zeilen nam. Piet Meulen liet daarom direct langs de weg in 1904 een nieuwe stenen molen bouwen, die omgeven werd door een hoge aarden belt. Op de molen lagen drie koppels stenen. Het gevlucht had een lengte van bijna 26,5 m. Bij de bouw van de stenen molen werden het maalwerk met toebehoren en een aantal onderdelen van het staande werk van de standerdmolen gebruikt. De molen heeft een mooie zwaar uitgevoerde koningsspil. Op het spoorwiel is de naam ‘M Coppes molenmaker’ aangebracht.

In maart 1905 brak tijdens het malen de houten askop en het gevlucht stortte neer. De 17-jarige molenaarsknecht Ferdinand Boonen uit Hamont (B.) liep bij het horen van de klap naar buiten en werd door rondvliegend hout getroffen. Een paar dagen later overleed hij aan de verwondingen. In 1915 verloor de molen voor de tweede maal het wiekenkruis. Dit bestond toen uit een gietijzeren as en roeden van Belgisch fabrikaat. De molen maalde bij een flinke wind met vier voIle zeilen. Piet Meulen, die met een klant stond af te rekenen, liep even naar huis, dat aan de voet van de berg stond, om geld te wisselen. Plotseling wakkerde de wind aan en de molen sloeg op hol. De kap schoof achteruit, waarna een wiek de romp raakte en het gevlucht afbrak. Meulen verhuurde de molen later aan Hendriks, die een motormaalderij op Hushoven had, en ging kunstmolenstenen maken.

De windmolen, die geen motor-hulpgemaal had, bleef tot kort voor de Tweede Wereldoorlog in bedrijf. In 1947 werd de landbouwer Gerard Willem Hubert Beenders uit Weert eigenaar. Beenders plaatste in het midden van de jaren vijftig een hamermolen en een kleine mengketel. De molen zelf bleef buiten gebruik en geraakte in verval.

In de jaren 1961-1962 werd de windmolen door de molenmaker Jos Adriaens fraai gerestaureerd. Op de binnenroede werd toen het stroomlijnsysteem “Van Bussel” aangebracht. De buitenroede werd Oudhollands opgehekt. De molen kreeg een nieuwe staart en de kap werd opnieuw gedekt. De zolders het gangwerk en het kruiwerk werden gerepareerd. Het enige nog aanwezige koppel maalstenen op de steenzolder werd vervangen door een koppel zelf-scherpende stenen. Na de restauratie kreeg de molen de naam “Wilhelmus Hubertus” naar de molenmaker Willem Adriaens te Weert.
Na het overlijden van Beenders in 1981 werd zijn zoon Gerard eigenaar. In 1986 verkocht hij de molen aan Franciscus Wilhelmus Hubertus Winkelmolen uit Weert gehuwd met Hubertina Wilhelmina Jaeken.

In 1997 werd de beeldend kunstenaar Ton Piepers eigenaar van de molen.
Hij liet in 1998/1999 de molen verbouwen tot atelier en een stemmige expositieruimte, zonder dat de gaande werken werden weggebroken. In 2000 kreeg het gevlucht een grote herstelbeurt, waardoor bij gunstige windrichting en sterkte het wiekenkruis zijn rondjes kan draaien. Kruien was door het ontbreken van de staart jarenlang niet mogelijk.

In 2013 kregen de nieuwe eigenaren van de molen het voor elkaar om diverse subsidies voor herstel van de molen te regelen. In januari 2014 werd gestart met die werkzaamheden door het strijken van het gevlucht en het afnemen van de molenkap. Inmiddels is de Wilhelmus Hubertusmolen fraai gerestaureerd en draaien diverse vrijwillige molenaars regelmatig op de molen.