Op 13 juli 1920 oordelen vertegenwoordigers van Monumentenzorg dat het
Byzantijnse hoofdkoor niet in de oude gotische stijl hersteld mag worden, omdat het een waar meesterwerk is. De gele kleur in de kerk wordt afgekeurd. Wordt de kerk niet beschilderd, dat moet ze helemaal wit gekalkt worden. De pilaren en kapitelen moeten van het pleisterwerk ontdaan en in de natuurlijke steen hersteld worden.
Op 6 juni 1921 wordt gestart met het ontdoen van de pilaren van de kalklaag, die
in 1849 was aangebracht. Op 21 september is het werk klaar.