De Clercxmolen was een graan- en run- of schorsmolen. Dat betekent dat er naast het malen van graan op de molen ook schors van eikenbomen werd fijngemalen. Van Aeken was een leerlooier en het op de molen gemalen schors werd gebruikt vanwege het hoge gehalte aan looistof bij het maken van leder in de leerlooierijen. Weert telde rond het midden van de negentiende eeuw liefst vijf leerlooierijen zodat er veel vraag naar gemalen schors was. Later kreeg de molen ook een koppel maalstenen voor het malen van graan en een set kantstenen voor het persen van lijnzaad tot olie.
In 1864 werd molenaar Hermanus Clercx eigenaar van de molen. Van deze molenaar kreeg de molen in de volksmond ook de naam Clercxmolen. In 1908 werd molenaar Clercx opgevolgd door molenaar en graanhandelaar Constant Janssens.
Janssens heeft niet lang gedraaid en gemalen op de molen Op den Drees want al drie jaar later kocht molenaarsknecht Toon Tindemans (Sint Antoniusmolen van Laar) delen van de Clercxmolen om die te gebruiken bij de bouw van de Sint Annamolen van Keent.
In 1911 werd de Clercxmolen definitief gesloopt. Vermoedelijk om plaats te maken voor de aanleg van een nieuwe verbindingsweg van het nieuwe stationsgebouw van de spoorwegen richting Weerter binnenstad.