Deel zeven van de Wieërter Almanak komt op de markt en Vorst Jan overhandigt het eerste exemplaar daarvan aan de wethouder van cultuur, Coos Combee. Thema: karakteristieke Weerter gebouwen. En dan blijkt dat de carnavalswereld zich af en toe in niets onderscheidt van het ‘normale’ leven: aan liefdes komt soms een abrupt einde. Het Weerter Mannenkoor geeft na zestien jaar grote successen met en voor De Rogstaekers aan, dat het stopt met optredens op de Bonte Avonden. Er volgen volop speculaties in de media over redenen en oorzaken en over de vraag wie de plaats van dit koor moet gaan innemen.
Pierre Dentener wint met De Scharreltieëd de slag om het Vastelaovendj-lidje 1983.
De openingszitting van het seizoen betekent voor De Wieërter vastelaovundj-zèngers hun debuut bij De Rogstaekers. Vooraf is er misschien hier en daar twijfel door een minder goede recensie in een van de Weerter weekbladen, maar ze slagen met lof voor hun Bonte Avond-examen! Wiel van Geldorp en Frans Adriaens maken met twee enorm ludieke sketches maar weer eens duidelijk geen examen nodig te hebben. Van grote klasse is het liedje dat wordt gebracht door de B&W-girls, José van Dooren, Marie-Thérèse Snaphaan en Marli Florie, waarin met komische teksten duidelijk wordt gemaakt dat de heren wethouders het alleen op het stadhuis voor het zeggen hebben.
Dit jaar zijn er maar liefst negen Bonte Avonden onder het motto Waat ein petaazie nodig om de luister- en kijkhonger te stillen. Marli Florie praat de nummers op een vlotte manier aan elkaar. De Wieërter vastelaovundj-zèngers hebben een prima optreden met vooral ook een goede tekst. Wiel van Geldorp en Frans Adriaens krijgen de zaal weer helemaal in de lachstuip. En ‘Frenske’ bewijst nog eens dat er behalve talenwonderen ook dialectwonderen rondlopen en hij blijkt er één van.
Marie-Jose Damhuis-Slabbers zet na twaalf jaar een punt achter haar Bonte -Avondoptredens. Ze krijgt een warm afscheid. Hetzelfde overkomt de scheidende Prins Jozef I.
Zijn De Vengnaaze in heel Limburg al wereldberoemd met hun geweldige optochtreputatie, ze leveren nu ook nog een van hun leden af als Carnavalsprins 1983: Ad Jongen, getrouwd met Annie van de Waardenburg en vader van twee kleine Rogstaekers. Zijn eerste daad als Prins Ad dun ieërste is de benoeming van Opper-Opper-Rogstaeker Jo Matti in de Orde van Ut Plevuuske. Hij treedt vastelaovendj tegemoet onder het devies Same maake vae ut kei-good. En dat ‘samen’ heft zeker ook betrekking op zijn Adjudanten Paul Koppen, Mat Koppen, Wim Snellen, Bert van Gansewinkel en Pol verkennis.
Op de wichtermiddig wordt Dirk Frencken uitgeroepen tot Jeugdprins Dirk I. Als motorfanaat voert hij het devies Gaeftj gaas, mer blieftj eur eige de baas. Zijn onderscheiding maakt zijn hobby nog wat specifieker: De Orde van ut Crossmoterke.
Duizenden Boore komen naar het eenenveertigste Boerenbal. Anja Rutten en Peter Peeters worden als bruid en bruidegom voor één avond in de onecht verbonden.
De hosmiddig (beloofd is beloofd…) in de Poort van Limburg is afgeladen vol met op hun manier carnaval vierende Rogstaekerkes en Rogstaekerinnekes. Eddy Snaphaan speelt op het orgel en Jos van Dooren op de drums: het is één groot feest! Prins Ad I bekijkt tijdens de traditionele rondvlucht vanaf vliegveld Budel hoe zijn Prinsdom er bij ligt. Dit jaar ontbreekt wederom de Koldergalerij in ‘t Swaentje niet en kastelein Hans van der Waart van Het Anker exposeert in zijn etablissement foto’s van Fun van den Berg onder de titel Zetj uch unne kloonskop op.
Onderscheidingen worden alom uitgedeeld. Fried van Dooren ontvangt de Jan van der Croon-medaille en Lei de Borgie wint de Gouwe Lambieck. Op nadrukkelijk verzoek van de (vaste) deelnemers aan de optocht, vindt de
Prinseninstallatie niet op zaterdag, maar op zondag vóór carnaval plaats, dus een weekje eerder. En op initiatief van burgemeester Matti vindt die installatie in één plechtigheid plaats in het stadhuis.
Dat pakt meer dan voortreffelijk uit. Het wordt met medewerking van enkele Hermeniekes een geweldig feest, zeker als Prins Ad de leden van het College van Burgemeester en Wethouders un roeej kloonsnaas opzet.
Zaterdag vóór vastenavond hebben De Joekels vreselijke pech: tijdens laswerkzaamheden gaat hun creatie Het Sprookjesbos in vlammen op. Drie maanden hard werken met een grote ploeg mensen blijkt in korte tijd volledig vergeefs geweest.
Voor het eerst in de Rogstaekersgeschiedenis wint een niet-Weerter groep De Gouden Rog. De Schoeëmhappers uit Budel gaan ermee vandoor met hun creatie Petje af voor de Carnavalsmaf. Ze hebben geduchte concurrentie van een andere vereniging uit hun dorp, De Lôlbokse. Deze groep behaalt uiteindelijk de derde prijs met een schitterende praalwagen Al 11 jaor in de rees. De Zwoagers uit Weert behalen de tweede prijs. De Vengnaaze mogen niet meedoen voor De Gouden Rog, omdat ze hun creativiteit moeten botvieren op de bouw van de Prinsenwagen die overigens ook het bekijken meer dan waard is. De Knawwelprieës gaat overtuigend naar De Wuppers met de vooral ook door het publiek zeer gewaardeerde slapstick Japanse Japanners ontdekke Wieërt. De jubilerende Sopsieëmesse, al 11 jaar hengelend naar De Gouden Rog, vallen ook op en de onfortuinlijke Joekels doen dapper en onverstoorbaar aan de optocht mee met de van De Kuiters geleende brandweerauto. Een mooi voorbeeld van een carnavaleske cruel joke … Op maandag trekt de wichteroptocht door Weert die ondanks de gure wind een heleboel kinderen en volwassenen in de stoet en op het trottoir blij en vrolijk maakt.
Het Toêt- en Blaosfieëst op carnavalsdinsdag is weer één knotsgekke potpourri van maf uitgedoste Hermeniekes en wat dies meer zij. De Slaopendje Hermeni-j pikt de eerste prijs in en de VVV-Weert-Dikke-Toêt-Wisselprijs is dit jaar voor De Belze brandwieer van Bree. Voor vorst Jan een droom: zijn ‘carnavalsstoet’ krijgt internationale allure.
Prins
Ad I Jongen
Adjudanten
Paul Koppen
Math Koppen
Wim Snellen
Bert van Ganzewinkel
Pol Verkennis
Jeugdprins
Dirk I Frencken
Liedje: De scharreltieed
Refrein:
As Pieer zien hinne scharrele
es Nel um dri-j daag kwieet
Dan zuut d’n haan zien hinne weer
wi-j in de scharreltieed
As Pieer zien hinne scharrele
es Nel um dri-j daag kwieet
Dan deenktje aan ‘n hinnekoeej
en aan de scharreltieed.
Hej-jet al gehuurdj van Pieer de haan
Dae es getroudj met Nel van Dale
Deenkdje soms wi-j kwoome dao toch aan
Hae gong beej Nel zien eier hale
ut zat um in de koeej
want hae maakdje ‘t te boont
Noow luiptj dao de haan
met de scharrelhinne roond.
Gouden Rog
De Schoeëmhappers