Om te voorkomen dat kinderen uit de binnenstad gedurende de vakantieperiode zich vervelen, doet ‘Vacantiezorg’ in het Kanton Weert van 24 juli 1936 een oproep om deel te nemen aan een aantal activiteiten.
‘Vacantiezorg’ wordt gevormd door de Bond voor Groote Gezinnen, de St.-Annavereeniging, de Katholieke Jongens Vereniging en de Katholieke Meisjes Vereniging.
Het programma moet voorkomen dat het de kinderen tijdens de vakantie aan tucht en orde ontbreekt. Zo zouden weleens het morgengebed, de heilige mis en de communie in het gedrang kunnen komen.
Bovendien sluit de organisatie niet uit dat de kinderen wellicht in aanraking komen met andere lichtzinnige leeftijdsgenoten en dan dingen zien of horen die eigenlijk helemaal niet voor hen bedoeld zijn.
Daarom vertrekt de groep elke dag om 14.00 uur eerst naar de Mariakapel voor een gebed.
Aansluitend kan dan in het bos worden geravot met spelletjes zoals ‘zaklopen en aardappel poten’. Na de boterham is er een estafettewedstrijd. Vervolgens staat het instuderen van stapliedjes op het programma.
Ter afsluiting gaat de groep wederom naar de Mariakapel voor een ‘klein preekje’.
Ook in die tijd, of wellicht juist in die tijd, moet er een beroep worden gedaan op gulle gevers. Christus zegt immers: ”Een glas water aan den arme geven, zal zijn beloning niet missen.” Vooral bedrijven wordt gevraagd een donatie te doen, bijvoorbeeld in de vorm van limonade, koekjes of snuisterijen.
Financiële bijdragen zijn ook welkom en mogen in een gesloten envelop in de brievenbus van Beekstraat 20 worden gedeponeerd. Met spanning kijkt ‘Vacantiezorg’ uit naar het bombardement aan couverts.