Johanna van Meurs, echtgenote van graaf Jacob van Horne, heer van onder meer Altena en Weert, overlijdt op 2 april 1461 in Woudrichem.
De moeder van acht kinderen heeft op haar sterfbed nog één wens. De stichting van een klooster voor de strengere richting van de Franciscanen, namelijk de Observanten.
Johanna van Meurs heeft veel respect voor deze monniken. Als landsvrouwe van de heerlijkheid Altena waar Woudrichem gelegen is, heeft zij waarschijnlijk contact gehad met de daar verblijvende minderbroeders-observanten.
Vrijwel direct na haar overlijden verzoekt haar eega Paus Pius II om een klooster te mogen stichten. Al op 2 juni 1461 komt het antwoord. De Paus geeft toestemming voor de vestiging van een minderbroederklooster. Hiervoor staat Jacob van Horne het kasteel Aldenborgh aan de huidige Biest af. Na de nodige aanpassingen aan het gebouw, volgt op 30 mei 1462 de inwijding als klooster.