Met enig feestgedruis wordt op 16 juni 1867 de Biesterbrug in gebruik genomen. Sinds de voltooiing van de Zuid-Willemsvaart in 1826 heeft een pont de verbinding tussen Laar en de Biest verzorgd.
Met de komst van een ophaalbrug is een tweede snellere verbinding over de Zuid-Willemsvaart beschikbaar. Het pontje heeft een beperkte capaciteit. Transport van personen lukt nog wel, maar het overzetten van goederen, fietsen of zelfs levende have vormen meer en meer een probleem.
De komst van de brug is eveneens aanleiding om de jaarlijkse kermis op de Biest uit te breiden. Die kermis bestaat al enige tijd en wordt gehouden rond 9 juli. Dit is de dag dat met de jaarlijkse heilige processie van het patersklooster het vermoorden van de Martelaren van Gorkum wordt herdacht. De kermis blijft tot eind jaren 80 van de vorige eeuw bestaan.
Rond 1927 dreigt de Biesterbrug te verdwijnen. Rijkswaterstaat heeft het plan opgevat om de stadsbrug en de Biesterbrug te vervangen door een vaste oeververbinding.
Daartegen wordt geprotesteerd door de ‘Commissie tot actie en verweer tot behoud der stads- en Biesterbrug’. Mede als gevolg van de economische malaise vanwege de Beurskrach in 1929 verdwijnt dit plannen onder in de la.