Een verordening van 19 september 1619 met betrekking tot het onderhoud van sloten, waterputten en waterpompen in de stad is in de negentiende eeuw nog steeds actueel.
De verordening is gebaseerd op het Gelderse Land- en Stadsrecht. Daarin is bepaald dat het onderhoud aan een sloot, put of pomp niet door het gemeentebestuur maar door de aanwonenden moet geschieden.
Ruim tweehonderd jaar later komt de verordening waarin de rechten en de plichten zijn opgenomen, aan de orde in een antwoordbrief van de burgemeester van Weert Louis Beerenbroek aan de pompmeesters, de heren A. van de Broek en Sjef Smeets.
Beide Weertenaren stellen dat het onderhoud van de waterpomp op de Markt tot de taak van de gemeente behoort. Burgemeester Beerenbroek, deelt in een brief van 29 maart 1833 aan beide mannen mee dat de verordening van 19 september 1619 nog steeds van kracht is. Het onderhoud en de daarmee gepaard gaande kosten komen dus voor rekening van de buurtbewoners van de pomp.