In het schooljaar 1958/1959 van het Bisschoppelijk College wordt op 26 november 1958 voor de lagere klassen een toneelstuk opgevoerd.
Joost Princen is dan al enkele jaren leerling van het College en zit in dat schooljaar in klas IVb van het gymnasium. Hij is naast scholier al een karakterspeler in verschillende toneelstukken die jaarlijks voor de leerlingen en de leraren en ook voor bezoekers van buiten de schoolmuren worden opgevoerd.
Op 15 en 16 maart 1958 speelt hij de figuur ‘Boudewijn’ in het koldertreurspel ‘Bloed en liefde’, geschreven door Godfried Bomans. Dit stuk wordt ook voor de externen opgevoerd en daarbij zijn zowel de deken als de burgemeester van Weert aanwezig.
De opbrengst van de recette gaat naar de ‘Weerter missionarissen’.
Naast toneelspeler is Joost Princen lid van de debatingclub. In die hoedanigheid geeft hij gedurende het schooljaar 1957/1958 een voordracht over de Franse chansonnier en priester Aimé Duval en de Brabander Jules de Korte, liedjesschrijver en componist.