1908, Buiten- of Rumoldusmolen (Fatima)

Op deze foto uit 1908 staat links een jongeman met het bord A. Ramakers hij staat voor de inmiddels verdwenen Rumoldusmolen op Fatima.

De Buitenmolen lang buiten de stadsmuren in de buurt van de Sint Rumolduskapel. De molen werd daarom in de volksmond ook als Rumoldusmolen aangeduid. Deze houten standerdmolen dateert in ieder geval van voor 1795 en heeft tot 1921 gedraaid. Op 6 november 1921 is de molen tijdens een storm omgewaaid. De molen deed dienst als korenmolen.

De molen is door de Heer van Weert gesticht maar de juiste datum/periode van de bouw van deze molen is onbekend. Hoewel er geen exacte verwijzing naar de datum van de bouw van deze molen bekend is, staat vast dat de Rumoldusmolen ofwel de Buitenmolen (maar ook de Binnenmolen op de stadswal) al van ver voor 1795 bestaan. Beide molens staan immers ingetekend op een kaart van Weert van de hand van Jacob van Deventer uit ongeveer 1560.

De molen staat ruim tweehonderd jaar later vermeld bij de bezittingen van de Prince de Chimay die op 1 oktober 1795 bij de inlijving van het Departement van de Neder Maas bij de Franse Republiek verbeurd werden verklaard. In 1800 verkocht de Franse Republiek de molen aan de Maastrichtse notaris Jean Théodore van Gulpen in opdracht van J.J.Leven uit Maastricht voor een bod van 240.000 francs. Antoine Clephas werd pachter van de molen. Clephas was in die jaren een bekend molenaarsgeslacht in deze streek. Later werd Laurent Frencken pachter van de binnenmolen en buitenmolen.

In de 19e eeuw kreeg de molen, door overerving of verkoop, verschillende andere eigenaren en in 1891 kwam Toontje Ramaekers, die ook al molenaar op de ros-oliemolen aan de Molenpoort (Molen Van Os) was, in het bezit van de molen.

In 1911 kocht notaris Rutten uit Heythuysen de molen bij een openbare verkoop en later dat jaar kocht ene Piet Ramaekers de molen en ging er zelf malen. In 1917 liet hij op de molenwieken zelfzwichting, een wiekensysteem met kantelbare kleppen die zich automatisch aanpassen aan de sterkte van de wind, aanbrengen. Daarmee was deze molen de enige standerdmolen met zelfzwichting in Nederland. Hiervoor werd de molen van een gietijzeren as en plaatijzeren roeden voorzien waardoor de gewichtsverhouding van de molen sterk nadelig veranderde.

Op 6 november 1921 om half drie ‘s middags brak boven Weert een storm los die de buitenmolen noodlottig werd. De standerd brak boven de kruisbalken af en de bovenbouw van de molen stortte neer. Herbouw bleek financieel niet meer haalbaar. Op 28 november 1921 werd de molenruïne openbaar verkocht en de restanten gesloopt