Het complex Tranchée bestond uit een hoofdgebouw met twee grote ruimtes voor de ‘opvang’ van de jonge Collegianen met er aan vast een botenhuis. Verder was er een zwembad dat net als het bad van de IJzeren Man onderdeel uitmaakte van een natuurwater, waarop men kon zeilen en kanoën.
Verder lag er een gigantisch grasveld dat mogelijkheden bood voor voetbal, hockey, softbal of welke sport dan ook. Sporten op het verst gelegen voetbalveld hield wel in dat je het gebruik van wc’s diende te plannen. Een tocht naar de hokjes in het hoofdcomplex hield namelijk een tijdspanne van een kleine tien minuten in. Met gezwinde pas. Dichterbij het hoofdgebouw, het paviljoen, lagen tennisbanen en enkele – weliswaar – eenvoudige atletiekvoorzieningen.
Het complex maakte onderdeel uit van de geweldige plannen die directeur Moors en provisor Nabben hadden met ’hun’ college als baanbrekend onderwijsinstituut: een geweldige schoolcampus aan de Kazernelaan met een nabij gelegen complex voor sport en cultuur, De Lichtenberg en een voetbalstadion in de bossen van de IJzeren Man. En last but not least het Tranchéecomplex, een groots recreatiecentrum met een prachtig vormgegeven paviljoen ver buiten de stad aan een ven. Het paradepaardje is het ook wel genoemd.
De Tranchée, men spreekt oorspronkelijk van dé Tranchée, was een klein ven dat ontstaan was door zandwinning voor de aanleg door de Grand Central Belge van de spoorlijn Antwerpen Mönchengladbach. De afgraving had een langwerpige diepe sleuf, in het Frans tranchée, in het landschap achtergelaten waar later het ven ontstaan was. Vandaar de naam.
De plannen voor het complex gaan terug tot 1953. In dat jaar regelt provisor Nabben zaken met de Nederlandse Spoorwegen over een te realiseren recreatieoord in het bosheidegebied tussen Weert en Budel. In 1955 verkoopt de Staat der Nederlanden, een verder stuk grond van zo’n tien are voor eenhonderd twintig gulden. Het ven is al in bezit van het BC. In 1957 volgt een aanbesteding en in 1958 is de bouw in volle gang. Uiteindelijk zal het hele complex een oppervlakte beslaan van 21 hectare met een sportveld van liefst tien hectare.
Het complex is er niet meer. Al in de jaren zeventig ontstaan er plannen om het Tranchéegebied opnieuw te ontwikkelen. Het BC wil er op termijn van af. Mede door de veranderingen op onderwijsgebied en het teruglopend gebruik. In 1975 verschijnen de eerste ontwerpen. Uiteindelijk komt er in 1984 een bungalowpark nadat de nodige obstakels (onder andere bezwaarschriften van de NS) genomen zijn. Het College heeft dan intussen het terrein voor een bedrag van twee miljoen gulden verkocht aan de heer Gordijn en het geld in een afzonderlijke Stichting St.Jozef (nu Provisus Stichting St.Jozef geheten) ondergebracht. Die stichting gebruikt het geld elk jaar voor de ondersteuning van educatieve projecten.
Wie de plek inneemt van de fotograaf van toen, ziet nu het hoofdgebouw van het bungalowpark De Weerterbergen. Wie weet en oog heeft van wat er was, kan hier en daar toch nog restanten ontdekken zoals de mergelstenen muren en de betonnen afbakening van het zwembad en de kleedhokjes.
Het paradepaardje, de vruchtbare samenwerking van architect Pierre Weegels en kunstenaar, tevens docent, Harrie Martens is weg. Het ontwerp van Theo Boosten en de gebouwen van het BC aan de Kazernelaan gaat op termijn plat. Het is te hopen dat het Lichtenbergcomplex de herinnering aan de visie van Moors en Nabben, vormgegeven door het koppel Weegels/Martens, mag blijven bewaren.