Een scharensliep is iemand die langs de deuren gaat om scharen en messen te slijpen. De scharensliep heeft op een grote handkar, soms een bakfiets, alle benodigde gereedschappen voorhanden. De slijpstenen en -banden worden aangedreven met een pedaal, later ook wel met een diesel- of benzinemotortje.
Op de achtergrond een woonwagenkampje. Woonwagens ontwikkelden zich uit karren die door de reizende bevolking werden meegevoerd. De wagens waren overtrokken met zeil en getrokken door een paard. Zo werd het mogelijk om met het hele gezin te reizen. In de twintigste eeuw kwam de groepsnaam ‘woonwagenbewoners’ in zwang, te onderscheiden van de Sinti en Roma die een geheel eigen ontstaansgeschiedenis hebben die veel verder teruggaat.
In 1918 werd de Woonwagenwet van kracht. Die stelde regels voor de woonwagen en de bewoners, was bedoeld om de toename van woonwagens af te remmen en maakte een eind aan de vrijheid om wagens overal neer te zetten. In de Tweede Wereldoorlog werd het reizen geheel verboden. Na de bevrijding was het beleid erop gericht de woonwagens te concentreren door regionale woonwagencentra in te richten.