In de burgemeestersrekening van 1585/1586 wordt een bedrag opgenomen voor de kosten van een halfvastendienst in de Martinuskerk.
In die burgemeestersrekening staat:
‘Item betaelt van dat jaergetijde dat die priester ten halff vasten doen voor dij dooden die aen de Aebrug van de Geldersse geslaegen sin, Ideren priester, Schoolmeesters ende custer met gerekent tot elff persoonen toe. Ideren onderhalven str. facit 16 str. 2 oert.’
In het najaar van 1485 lijden de Weertenaren een verpletterende nederlaag tegen de Gelderse troepen van de condottiere (= aanvoerder van huursoldaten) Gijs van Can in dienst van de Van der Marcks, felle tegenstanders van de familie van de Van Hornes. Zelfs na honderd jaar worden de gesneuvelden met halfvasten herdacht met een dienst in de Martinuskerk van Weert, een teken van de impact die deze gebeurtenis in het collectieve geheugen van de Weertenaren heeft nagelaten. Het is te vergelijken met de huidige dodenherdenking van 4 mei.
De Aebrug was een brug over de Abeek, die we nu Tungelroyse beek noemen. Volgens een mededeling van de heer Silv Joosten uit Tungelroy zijn bij de aanvang van de twintigste eeuw bij het begin van de weg die van de Maaseikerweg naar Tungelroy leidt, een groot aantal menselijke beenderen gevonden. Het is goed mogelijk dat het hierbij gaat om de overblijfselen van de gesneuvelden van 1485.
Deze veldslag in 1485 is waarschijnlijk de enige werkelijke oorzaak van de fricties tussen Weert en het Gelderse Roermond in tegenstelling tot wat andere ‘deskundigen’ als redenen aanvoeren.