Al in het begin van de twintigste eeuw staat Weert bekend om zijn vele voortreffelijke scholen, zoals redacteur A.F. van Beursen in de Nieuwe Maas- en Roerbode van 6 oktober 1908 schrijft. Hij roemt onder meer het Bisschoppelijk College, de pensionaten en de openbare en bijzondere scholen.
Een van die scholen is Patronaatsschool St.-Joseph. De school bestaat sinds een jaar of tien en telt inmiddels negentig leerlingen. In het schoolgebouw zijn naast klaslokalen een lokaal voor ontspanning, een beugelbaan en een kapel aanwezig. Verder beschikt de school over een eigen speelplaats. De leerlingen kunnen na hun opleiding aan de slag als timmerman, meubelmaker, schilder, verver, smid, lithograaf of als bewerker van edele metalen.
Tijdens de tekenlessen hebben de leerlingen ontwerpen gemaakt. Die zijn in twee lokalen opgehangen, reden voor de redacteur daar eens een kijkje te gaan nemen.
Van Beursen vindt het jammer dat alle tekeningen een beetje ‘opgepropt’ lijken te hangen. Volgens hem is het duidelijk dat de school uit haar jasje groeit. Hij is onder de indruk van de kwaliteit van de tekeningen, die variëren van ‘eenvoudige stillevens, kapiteelen, teekeningen, draadvormen en huishoudelijk voorwerpen’.
Van Beursen sluit af met: “Deze school kan ten voorbeeld gesteld worden om te doen zien, hoe men met bescheiden krachten, met weinig finantiën maar met grooten ijver toch iets goeds tot stand kan brengen.”