Tijdens de Nederlandse Opstand (1568-1648) heeft het Spaanse leger steeds meer manschappen nodig, zo blijkt uit een document van 20 juni 1586. Van Weert wordt gevraagd om vijftig mannen, maar de gemeente wil niet verder gaan dan vijftien. Meer kan echt niet volgens het bestuur van de stad.
De arbeidskrachten zijn dringend noodzakelijk voor de plaatselijke nijverheid en landbouw. Er dreigt een tekort aan vakbekwame lieden wanneer ingegaan wordt op het verzoek. Om de bevelhebbers toch te laten instemmen met het aanbod van vijftien man trekt een gezelschap van schout en raadsleden met geschenken naar Venlo.
De reis en de geschenken kosten de nodige duiten. De delegatie uit Weert wil indruk maken op de hoge heren en niet voor een ‘stuiver’ op de eerste rang zitten.
Daarnaast zijn er de nog onkosten vanwege het verblijf in Venlo.
Naast haver worden ook lammeren, boter, hazen, konijnen en hoenders aan de legeraanvoerders geschonken die in de buurt van Venlo gelegerd zijn.
Sommige van die geschenken worden ter plaatse gekocht. Alles bij elkaar bedraagt de rekening voor deze actie bijna 170 guldens.
In de Burgemeestersrekening van 1568 – 1569 zijn de kosten verantwoord.
De volledige beschrijving met toelichting van het bezoek aan Venlo 20 juni 1586 Een duur grapje.