13 september 1586: Uitzet van een melaatse

Uitzet van een melaatse GAW OAW 726

Wanneer iemand ervan verdacht wordt dat hij of zij een melaatse is, dan wordt die naar Luik gebracht, waar gespecialiseerde keurmeesters moeten vaststellen, of dit al dan niet het geval is. Wanneer het inderdaad zo is,  wordt een gezegelde brief met de officiële bevestiging naar Weert gezonden. Vanaf dat moment valt de zieke onder de verantwoordelijkheid van de stad. Hem/haar wordt een huisje toegewezen waar hij/zij in quarantaine moet blijven. Een paar van deze huisjes hebben bij de St. Mathijskapel in de zgn. Belaetensteeghe, een verbastering van Melaatsensteeg, aan het begin van de huidige Graafschap Hornelaan, gelegen. Ook op Hushoven is vaker sprake van melaatsenhuisjes.

De zieke krijgt van de stad ook een uitzet, waarvan hier een voorbeeld:
Den 13 September hebben die kuermeesters van melaetzerien binnen Luijck ziegelen ende brieff gesandt aende Heeren deser Stadt als dat Meriken Leën op Hushoven melaetz sin sold unde hebbe der selver gedaen om haer te kleijden zees (zes) ellen grauw lakens, Ider ellen ad 22 str. Noch voor haer vuijtleveringhe (uitzet) als bedde, sargie (deken), slaeplaken, pot, pan, hinnen, haen ende andere, betaelt twelff gulden.
Maeckt tzamen hijr 18 gulden 12 str.