11 januari 1586: Inkwartiering van officieren

GAW ORW inv. nr. 726, fo. 53 en 54 ro

De Nederlandse Opstand tegen de Spaanse overheersing is in volle gang. Legertroepen trekken van plaats naar plaats. Tijdens de winter wordt er niet gevochten en zoeken de legers onderdak. De inwoners moeten de kosten van inkwartiering dragen.

Wat moet er betaald worden?
‘Den elffden Januarij is coemen logeren In die Croen (in de Molenstraat) een nieuw vaendraegher genaempt Francisco de Mora met enen genaempt der Heer van Grobbendonck ende hebben verteert aleer men dieselvighe heefft kunnen accommoderen elff gl. elff str.’

Het gaat hier om een voorlopig onderdak, want na een paar dagen worden deze personen met hun familie ondergebracht in het leegstaande huis van wijlen schepen Frans Karis (op de Hoge Steenweg).
‘Opden 14 Januarij hebbe Ich (burgemr. Floris Hugo) den voors. vaendraegher ende den heer van Grobbendonck met hun familie gelogeert ende onderhalden in Frans Karis hues unde den vaendraegher voor sin service alle daeghe betaelt vijff str. unde den van Grobbendonck twee str. Maeckt tzamen totden 18 Aprilis drij ende dertich gulden negen str.’

Op 18 april verlaten de Spaanse troepen hun winterkwartieren in Weert om te gaan deelnemen aan het beleg van Grave.
‘Noch alle weken twee pont kerssen (kaarsen). Ider pont cost acht stupher, maken elff gulden vier str. Item noch alle weken een karre turffs., diverschelick op den merct gecofft; belopen tzamen seventhien gulden negenthien str. Item voor vulenwerck ( uulenwerk= potten) ende anderen huesraet. In all 2 gl 15 str. Maeckt tzamen dij somme van vijff ende tzestich gulden ende seven str. Noch voor den voirs. vaendraegher gecofft een douzin serveten ende drij taeffellaken, costen seven gulden acht stupher twee oert. Item den voirs. vaendraegher ende Grobbendonck voor hun montcosten vanden sevensten april totden 18sten betalt alle daeghen ideren enen gulden mitz dat dij soudaeten den voirs. tijt lanck met den borgheren aeten ende sie in een ledich hues gelogeert waeren. Beloept in all 24  gulden.’

Deze vaandrig heeft bij zijn vertrek en dat van de compagnieën de burgemeester nog veertig gulden afgeperst, omdat hij pretendeert recht te hebben gehad op een dubbel zo groot onderdak.
‘Betaelt aen Gerardt Karis als momboor (voogd) der kinderen [van] Frans Ketelers zaligher zees gulden brabants [om]dat der voirs. vaendraegher vanden 14 Januarij tot den 18ste April int hues van Frans Karis zaligher gelogeert hadde. Ergo 6 gulden.’

(De voormalige schout Frans Ketelers heeft uit zijn eerste huwelijk met Margriet Karis, dochter van Frans Karis, twee kinderen. Frans Karis is dus hun grootvader. Daarna trouwde Frans Ketelers met de weduwe van voormalig burgemeester Marten Portmans. Haar meisjesnaam is Margriet Ressen, een zus van de beeldenstormers Herman en Jan Ressen!).