26 februari 1782: Brandgevaar

Binnenstad Weert GAW Beeldbank XL1019

In een rapport van 26 februari 1782 wordt door Antonis Vestenss en Peter Honnemans, melding gemaakt van onvoorzichtigheid met vuur door een inwoner van de stad. Brandgevaar als gevolg van de vele houten huizen is een van de grootste angsten van de inwoners.

De getuigen melden:
“Wij ondergetekenden, verklaren hiermee te hebben gezien dat Joannes Direx, met een brandende lamp omtrent de 26 januari 1782 op stellingen waar stro is opgeslagen heeft rondgelopen”.
Zij laten verder optekenen dat Direx herhaaldelijk met een brandende lamp in de stallingen en op de zolder door hen is gezien. Beiden willen dit te allen tijde onder ede bevestigen.
Antonis Vestenss ondertekent; Peter Honnemans is het schrijven niet machtig en op de verklaring is een merkteken in plaats van zijn handtekening gezet.

De oorspronkelijk tekst van het document is:
Wij onderges(chreven) verclaeren en attesteeren hiermede dat wij gesien hebben dat Joannes Direx met de brandende lampe omtrent de vijf a sesenstwinstigste Januarij 1782 gegaan is in de s(t) ellingen omtrent het stroij, voort verclaeren de onderges(chreven ) dat bij verscheijde reijsen (=keren) alsnoch in de stalluighe en op der solder met de barndende lampe hem hebben (gesien) hetgeen oirconde der waerheyt hebben deze eigenhandigh onderteeckent bereet (bereid) sijnde de selve ter allen tijde met Eedt te bevestighen binnen Weert des 26 feb. 1782
Antonis Vestenss
Peter Honnemans schrijvens onervaeren