In de media verschijnen de eerste berichten over het laatste jaar dat Jan Coenen als Vorst Jan de Weerter Vastelaovendj zou bestieren. Zuster Regina Saes, van de Ursulinen uit de Langstraat, ontvangt het eerste exemplaar van de negende editie van de Wieërter Almanak. Zeer passend vanwege het onderwerp: Kloeësters en pensjenaate.

Het vastelaovendj-lidje 1985 Mien Sokkertèntje blijkt te zijn ontsproten aan het muzikale brein van Harrie Kollee.

De Bonte Avonden krijgen het thema Met unne franse slaag. Het optreden van de Swartbroekse groep Wahoe, die het publiek zelfs mee weet te krijgen met voetengetrappel, is opmerkelijk en succesvol. Voor het overige zijn de Bonte Avonden weer afwisselend, kleurrijk en kwalitatief van hoogstaand niveau.

Ton Peeters, lid van de gerenommeerde carnavalsclub De Flabusse, wordt ten tonele gevoerd als Prins Ton de veerdje. Zijn eerste officiële daad is het benoemen van zijn voorganger Prins Fun in de door hem ingestelde Orde van Ut Postzekske. Inderdaad, Prins Ton IV is werkzaam bij de posterijen. De vader van Ton is de legendarische Weerter kastelein Jac Peeters, beter bekend als De Mân. Hij wordt zo genoemd vanwege de frequentie, en meer nog de intonatie, waarmee hij dit zelfstandig naamwoord op de lippen neemt. Tons devies is en passant ook een uitstekend advies voor de liefhebbers: Zaktj Us Lekker Doeër.

Tijdens de wichtermiddig roept Vorst Jan Ralf Driessens, leerling van de Hiëronymusschool op de Biest, uit tot Jeugdprins Ralf I 1985. Ralf is oomzegger van Oud-Prins Jan IV en aangezien vader Driessens directeur van de Weerter Scheepswerf is, ligt de keuze van de Orde van Ut schieëpsânker redelijk voor de hand. Z ijn devies Wieërter Wichtervastelaovundj ieëzersterrek is uiteraard tevens zijn grote wens. Traditiegetrouw is het S.L.V.-bestuur op de maandagse Bonte Avond present voor de lintjes. Deze keer met de medaille voor Wiel Boumans, penningmeester en nog veel meer voor De Rogstaekers en het Weerter carnaval. Kanseleer Driek verrast het S.L.V.-bestuur met drie door hemzelf ontworpen en gemaakte Rogtaarten. Irene Paquay en Frank Jacobs worden tijdens het Boerenbal als boerenbruidspaar in de onecht verbonden. Over het Vorstebal was er nooit zoveel publiciteit. Nu verschijnt er echter toch een berichtje in de media. Om dit bal (nog) meer cachet te geven wordt de dresscode ‘avondkleding’ en er komt een beroepsorkest spelen. Ook de zaal wordt extra feestelijk en stijlvol aangekleed. De achterliggende gedachte is volgens schrieëver Bert Adriaens: ‘dit bal is bedoeld voor mensen die met carnaval niet het café in gaan en ook niet op het Boerenbal te vinden zijn. Zij zijn gewend om op een andere manier uit te gaan’. Waarvan akte.

Op donderdag 7 februari opent Prins Ton IV de Koldergaleri-j, deze keer in Café Apollo, onder de titel Onger de Paereboum, als hommage aan de Weerter musicus en bandleider Pierre Dentener, D’n Dent.

Een andere musicus, Fried van Dooren, opent de fototentoonstelling in Het Anker en bij deze gelegenheid benoemt Vorst Jan initiatiefnemer Hans van der Waart als Ridder in de Orde van de Rog. De jaarlijkse Jan van der Croon-medaille gaat naar Herman Linskens vanwege zijn werk voor de Piependje Pörs (zelf bedachte geuzennaam voor de drukkerij van hem en zijn broer Dré) en voor de carnaval in het algemeen.

Raadslid (en Bonte Avond-coryfee!) Frans Adriaens krijgt de Gouden Lambieck omgehangen. Dat heeft alles te maken met het feit – door geen enkel plaatselijk blad gemist – dat hij zich als hoofdrolspeler in de Rogstaekersoperette had verslapen en daardoor drie kwartier te laat op bet toneel verscheen.

En ook dit past in de Rogstaekershistorie: na vijftig jaar van liedjes schrijven, muziek maken en levensvreugde brengen is er volkomen terecht een receptie voor Pierre Dentener. Heel Weert is aanwezig en – ook weer geheel op zijn plaats – ontvangt Pierre d’n Dènt uit handen van Burgemeester Matti De penning van verdiensten van de stad Weert.

Vliegclub De Kempen in Budel organiseert intussen voor de elfde keer de jaarlijkse Prinsenrondvlucht. Zondagmiddag 3 februari stijgen vanaf het vliegveld Budel de negen machines weer op van leden van de Vliegclub Kempen en van de vliegschool De Kempen, met aan boord de Prinsen carnaval uit de regio Weert en Budel. Dat zijn de Hoogheden met hun gevolg uit Weert, Budel, Dorplein, Schoot, Gastel, Soerendonk, Sterksel, Leende en Hamont. Er worden staatsiefoto’s gemaakt en er volgt een feestelijke middag met muziek van boerenkapellen uit Budel en Budel-Schoot. Het is een evenement waar toch zo’n zeshonderd toeschouwers op af komen, die het tafereel van soms wit wegtrekkende Prinsen niet willen missen. Overigens heeft in elf jaar geen enkele Prins de rondvlucht geweigerd….

De installatie en receptie van de beide Rogstaekersprinsen groeit uit tot een steeds meer gewaardeerde carnavalshappening.

De Schoeëmhappers uit Budel winnen voor de tweede keer De Gouden Rog in de door winterse omstandigheden ingekorte Rogstaekersoptocht op zondag. Hun wagen met het thema In ’t Wieërs gezagdj: nao de moeëre scoort 175 punten. Een wat karig aantal, afgemeten naar de score die andere jaren goed is voor een Gouden Rog. Kwaliteit minder of jury strenger? Opvallend is dat niet-Weerter deelnemers uit Budel, Nederweert, Maarheeze en Soerendonk flink in de prijzen vallen. De Zweeloeëre hebben met hun kolderieke creatie Vader en mooder aan de hos, opa en oma zeen de klos veel bijval vanuit het publiek. In de categorie kleine wagens komen alleen De Joekels tot een eerste prijs: Beej de Joekels koj-je auge tekort. De Graasvrieëters nemen alvast een voorschot op de vraag of de Olympische Spelen in 1992 in Amsterdam gehouden worden. Zij hebben met Weert als Olympische stad een beter alternatief.

De Knawwelprieës wordt gewonnen door De Pötgaffels met Ze kunne os kepot valle. Hilarisch: alle leden van de groep hebben iets breekbaars in hun handen en moeten daar heel voorzichtig mee manoeuvreren. Daarnaast wordt ook schoonmoeder (nou en of je daar voorzichtig mee moet zijn!) in een kruiwagen meegevoerd. De Dorstvlieëgels zijn met hun Weerter miss–verkiezingen wel heel erg origineel.

In de postkoets is Prins Ton IV het sluitstuk van de winterkoude maar hartverwarmende optocht.

Ook de kinderoptocht op maan-dag wordt ingekort. Het enthou-siasme van al die indianen, Roodkapjes, clowns en Tanzmariechen is er echter niet minder om. Het Toêt-en Bloasfieest op dinsdag is weer haole klot. Een ontroer(en)de Jeugdprins Ralf neemt afscheid en ook voor Prins Ton en zijn Adjudanten Jan Gabriëls, Lei Peeters, René Bouwmans, Frans Teunissen, Cor Gerits en René Theunissen betekent middernacht de inlevering van de stadssleutel: het onherroepelijk einde van een opnieuw geslaagde Vastenaovendj 1985.

Prins
Ton IV Peeters

Adjudanten
Jan Gabriëls
Lei Peeters
Rene Bouwmans
Frans Teunissen
Cor Gerits
Rene Theunissen

Jeugdprins
Ralf I Driessens

Liedje: Mieen sókkertêntje
Refrein:
Mien sókkertêntje,
in Wieërt geboeere;
aan vastelaovundj,
eur hert verloeere;
‘t hieel jaor doeer,
keumptj têntje neet turoet;
met vastelaovundj,
luiptj têntje in de stoet.

Ich heb ‘n sókkertêntje,
u zöster van oees pap;
det gieet met vastelaovundj,
vurrékkus gaer op stap;
gieet dri-j daag balkeneere,
as echte Rogstaekerin;
en houdj dan met asgoonsdug,
kontênt de peen durin.

Gouden Rog
De Schoeëmhappers

Boerenbruidspaar
Irene Paquay
Frank Jacobs