1836 – afbraak kloosterkerk abdij Maria Wijngaard

In 2017 is er door Geschied- en oudheidkundig genootschap De Aldenborgh een erfgoedradaronderzoek uitgevoerd naar de fundamenten van het klooster. Op een diepte van ca. 1.20 zijn nog resten van de fundamenten zichtbaar.

In 1523 wordt door graaf Jacob III van Horne de eerste steen gelegd voor de kerk van abdij Maria Wijngaard. De kerk wordt gewijd in 1539. Gravin Amelia van Horne, zus van Jacob III (1501-1531) en Jan (1531-1540) was kloosterzuster, zij trad in 1507 in bij de orde en overlijdt in 1562.

Gedurende 3 en een halve eeuw hadden de witte nonnen (kleur van de kleding, in Weert noemde men ze Begijnen) een kloosterpand bewoond aan de Maasstraat. Een huis met stallingen en een tuin. Zij verdienden met het weven en spinnen van vlas en wol geld voor het dagelijks onderhoud. In de tuin was een bleekweide die gebruikt werd om het weefsel te bleken. Ook zij werden op 10 februari 1797 door de Franssen uit het klooster verdreven. De Fransen hadden geld nodig voor hun oorlogen en confisqueerden en verkochten kerkelijke goederen. Zes jaar later (1803) werd het klooster verkocht voor 8.300 francs en tot particuliere woningen verbouwd. Een deel van de gebouwen (rood en oranje) en de kerk (paars) wordt aangekocht door de familie Remmers – van Es en de vervallen kerk werd gesloopt in 1836.

Kadasterkaart 1811 met daarop de kloosterkerk van abdij Maria Wijngaard | © Weertisveranderd.nl