Op 2 januari in 1893 start de boterfabriek in Stramproy. Daar gaat wel het nodige aan vooraf. Sinds mei 1892 kunnen boeren met hun melk in Tungelroy terecht, waar een ‘fabriek’ door Jean Ament is opgericht.
Maar de boeren uit Stramproy willen al snel een eigen coöperatie. Na de oprichting van een bestuur in november 1892 begint de boterfabriek. De officiële naam luidt: Samenwerkende Melkerij en Boterbereiding van Stramproy.
De opgerichte commissie huurt drie kamers en de kelder in het huis van Driek Stevens en diens zus Johanna, midden in het dorp (nu de Julianastraat, vroeger postkantoor Stevens), een locatie die volgens de berichtgeving in het weekblad Kanton Weert geen belemmering hoeft te betekenen. Daarvan is mogelijk niet iedereen zo overtuigd, want in 1895 starten enkele boeren een fabriekje in het Heijeroth ‘in de Hei’ bij Lempens, onder het patronaatschap van St.- Benedictus. In 1908 sluit deze coöperatie zich aan bij die in het dorp, die vanaf 1900 al overgegaan is op stoomkracht met de welluidende naam Coöperatieve Stoomroomboterfabriek St.-Antonius Abt te Stramproy.
In 1926 groeit de coöperatie uit zijn voegen en wordt besloten samen te gaan met de fabriek uit Tungelroy.