In een akte van 30 maart 1626 maakt Jan Verrijt een soort testament op. Het gaat om ‘dit voorschreven huis en hof, groot ongeveer een vierdel, gelegen onder Moesel tussen de heerstraat en Thijs Smeets voor honderdvijftig gulden’. In de marge staat: ‘Erschenen Jan Verrijt ende dat met believen siender huijsvrou Grietten Bloemers. Zij zijn betaald.’
Jan Verrijt, geboren rond 1600, is onderwijzer en organist in de St.-Martinuskerk van Weert. Rond 1628 wordt hij organist in de kapittelkerk van Thorn. Vervolgens zet hij zijn muzikale carrière voort als organist van de St. Pieterskerk in Leuven en na de inname van Den Bosch door Frederik Hendrik in 1629 wordt hij organist in de St.-Jan. Daarvoor verandert hij van gezindte en wordt protestant. Hij eindigt als organist van de St.-Laurens in Rotterdam. Jan Verrijt heeft een groot aantal motetten en dergelijke muziekstukken gecomponeerd, waarvan slechts een gedeelte bewaard is gebleven in bibliotheken in Tsjechië en Portugal.
Oud-Weertenaar Paul Peeters, musicoloog en organist, heeft voor het eerst de aandacht op deze componist gevestigd.