Op 18 augustus 1950 arriveren 36 KNIL-gezinnen (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger) in Woonoord Tungelroy. In totaal worden er ruim tweehonderd personen gehuisvest. In die periode komen ruim 4000 oud-KNIL’ers met hun gezinnen naar Nederland.
De gezinnen zijn na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland gekomen om op termijn terug te keren naar hun land van herkomst of zich blijvend in Nederland te vestigen. Vanwege het grote woningtekort in Nederland worden de gezinnen voorlopig ondergebracht in woonoorden.
In Weert geschiedt het onderbrengen van de families in het ‘Ambonezenkamp‘ zoals al snel in de volksmond wordt genoemd. Elk huishouden, ongeacht de grootte, heeft op het woonoord twee kamers ter beschikking. Op elke twee gezinnen is één toilet en verder beschikt het woonoord over één barak met douches. Het eten wordt verstrekt vanuit een centrale keuken. Voor de orde zorgt een kampbeheerder.
Woonoord Tungelroy heeft voor de komst van de gezinnen al een bewogen geschiedenis achter zich. Het is door de Duitse bezetter gebouwd als opvangkamp voor de leden van de Arbeidsdienst. Later heeft het als opleidingsinstituut voor de Koninklijke Marechaussee gediend. Hoewel als tijdelijke huisvesting bedoeld, doet het woonoord nog dienst tot 1969. Veel families vestigen zich in die periode definitief in Weert. Na het vertrek van het laatste gezin zijn de barakken gesloopt.