In maart 1824 doet de gemeente een verzoek aan de heer Germain in Roermond om de bouwvallige muur van het oude Penitentenklooster op de Stadswal en het Morregat te restaureren.
In oktober 1824 doet de gemeente een verzoek aan gedeputeerde statenlid Germain om het puin van het Penitentenklooster te mogen gebruiken voor de opritten naar de Beekpoortbrug.
Op 11 december 1835 draagt Barbara Antonia Hermans douairière van wijlen den heer Arnold Mathias Joseph Germain, de percelen waar het voormalige Penitenten klooster gestaan heeft, bestaande uit afgebroken gebouwen, muurwerk, zomerhuis, inculte grond, groes, bouw- en tuinland. Kadastraal bekend onder nrs. 627 t/m 631 der sectie O, over aan Jacobus Pernot, schipper wonende te Oppitter.
Op 3 januari 1836 krijgt Pernot een bouwvergunning met voorwaarden voor een huis op de hoek van het voormalige Penitentenklooster aan de wal. Eind 1836 wordt Weert als zijn woonplaats genoemd. (Bron: Roland Bouwmans).
Rond 1891 betrekt de familie Dor (eigenaar van de zinkfabriek in Dorplein) het pand. Achter het woonhuis wordt er dan o.a. een tennisbaan aangelegd. Rechts is de latere burgemeester Kolkman, een schoonzoon van de familie Dor.
Lees meer via deze link.