Volgens Van Dale is het paradijs: ”De verblijfplaats van het eerste mensenpaar, de Hof van Eden”. Bouwkundig kan daar mee bedoeld worden het voorportaal of de toegangspoort naar de kerk of het kerkhof.
Het duidt een plaats van gelukzaligheid aan, waarin een door God zelf aangelegde tuin lag. Over de inrichting van de tuin kan alleen gezegd worden dat het gold als een oord van uitgelezen schoonheid en levenskracht, een lusthof. Dat in dit al eeuwen geleden naar het Paradijs genoemde gebied vast en zeker minstens een boom van “de kennis van goed en kwaad “heeft gestaan en waarschijnlijk nog staat wordt onderstreept door een latere zondeval vanwege een gebrek aan kennis van goed en kwaad en kort en lang! Even door de zure appel (heen) bijten is hier niet van toepassing maar er moet wel nog een appeltje worden geschild met de dader, de verantwoordelijk instantie. Een eeuwenoude naam en zeker die van Het Paradijs verachten door het gebruiken van het verkleinwoord, is meer dan een doodzonde. Daarmee wordt het Paradijs geringschattend beschouwd als een minderwaardige plek, die bovendien langer, groter en mooier werd gemaakt. De doorsteek van en naar het centrum: Langstraat, de langste straat, door het “verlengde” Paradijsstraatje naar de Emmasingel is niet alleen voor de bewoners van de Heilige buurt een kortere wandeling, maar ook voor alle bewoners van “De Paradijsbuurt”.
Waar jarenlang plaats was voor het oude handwerk; van de meubelmaker, de bakker en de drukker, wonen nu gezinnen in het hart van de stad. Er staan 53 huizen en dat is volgens de Gemeente Weert aanzienlijk meer dan in de meeste andere straten.. Het woord straatje is hier dus niet meer van toepassing en de oudste woning is nu uit 1975. Ze wonen dus in een echte straat
Alleen de Weerter stadsgidsen besteden nog aandacht aan de voormalige paradijselijke plek en de moderne voetgangersdoorgang van de Paradijsstraat naar de Maasstraat, maar daar is ook de Graaf van Horne, Philippe de Montmorency op een prettige manier mede schuldig aan. Laat U verrassen !
Alf Poell