Het blad dat we vooral kennen als nuchter en zakelijk, Het Land van Weert, kopt in zijn editie van 28 januari: ‘Rogstaekers (in de huidige spelling!) -carnaval uitbundig ingezet’. Daaronder volgt een enthousiast verslag van de Bonte Avond, met Lei en Driek weer als de vedetten en Jo van der Velden op dreef met zijn berijmde aankondigingen van de diverse acts. Dat zijn er veel, met ook een flink aantal nieuwkomers als May, Mientje en Fons, de Lebbersisters, Frans de kunstfluiter, Leentje en Ria en Jan en Annie. Willem Parel met z’n pierement verschijnt zelfs. Opnieuw is alles uitverkocht en de kritieken zijn lovend. Louis I, twee jaar lang heerser over het Rogstaekersrijk, krijgt heel veel complimenten van Vorst Zjang voor de manier waarop hij zijn taak heeft vervuld, waarbij vooral de door hem bepleite en in gang gezette externe propaganda veel accent krijgt. De eremedaille van verdiensten is dus helemaal terecht, evenals de hem aangeboden plek in de Raad van Elf. Rolf Mathijsen wordt gepresenteerd als Preens Rolf I. Zijn devies: Ein oonger ein. Hij, telg van de Mathijsens van de Wertha Brouwerij, sticht De Orde van ut Beerglaeske en benoemt Albert Jansen, Jan Saelmans, Ton Joosten en Piet Dirckx als Adjudant. Naar verluidt wordt het Boerenbal drukker bezocht dan ooit tevoren. De boerenbruiloft met vlaaien en krentenmik is weer een groot success. Lies Rutten en Thieu van Lierop zijn het bruidspaar. Om het pad te plaveien voor het onbetwiste hoogtepunt van de Weerter carnaval, de (grote) optocht, houdt Jos van Dungen tijdens de optochtvergadering een voordracht over onder meer de promotionele betekenis van de optocht. Hij heeft ook enkele praktische tips voor verbetering van de kwaliteit. Hij gaat het heikele onderwerp ‘drank’ niet uit de weg en zegt onomwonden dat alcohol tijdens zo’n optocht uit den boze is. Misschien wat in disharmonie daarmee kondigt het Weerter Missie Thuisfront aan tijdens de optocht te zullen collecteren onder het motto: een rondje voor onze missionarissen. Intussen gaan festiviteiten als de zittingen en optochtvergaderingen ‘gewoon’ door, evenals het Prinsenbal met honderden deelnemers in de meest fantastische carnavalsoutfits. In tegenstelling tot het Boerenbal kan er hier ook worden gedanst in plaats van gehost. Intussen wordt Weert warm gemaakt voor de aanstaande grote optocht die op voorhand al wordt aangeduid als groots en meeslepend, misschien wel de beste ooit. Maar eerst de Prins maar eens de macht over de stad geven. Dat gebeurt op zaterdagavond voor carnaval met het gebruikelijk kolder-ceremonieel en geestige toespraken. Op de preenserecepsie wordt Walter Gruythuysen geridderd in de Orde van de Rog. Prins Rolf I kan daar niet bij achterblijven en verheft ‘Waltje’ ook nog in de Orde van de Gouden Bierpot. De optocht op zondagmiddag lost de hoge verwachtingen helemaal in: er zijn prachtige wagens, groot en klein, en schitterende groepen. Het valt op dat het niveau van de niet-prijswinnaars stukken hoger is dan voorgaande jaren. Wellicht mag worden geconcludeerd dat de ‘zachte’ regie van de Raad van Elf en bijvoorbeeld zo’n voordracht als van Jos van den Dungen zijn vruchten heeft afgeworpen. Of is het simpelweg zo dat al die buurtschappen, verenigingen en vrienden-clubs elk jaar meer-expertise- en inspiratie krijgen? Of, nog wat verder -gefilosofeerd, speelt het hechte gemeen-schapsgevoel van ‘samen staan we sterk’ een rol, misschien wel de voornaamste? Hoe dan ook: de Weerter -carnavalsoptocht is -bezig zich te manifesteren als een van de beste van Limburg met dienovereenkomstige belang-stelling vanuit heel Nederland (en België, zei de -chauvinist).
Enig minpuntje, maar daar valt nooit wat aan te ver-beteren, is het gure weer. Buurtschap Oelemarkt sleept bij de grote -wagens -wederom de -eerste prijs in de wacht met Circus Leontino en bij de kleine wagens wordt groep Van Nispen eerste met Tour de France. De beste groep is H. Linskens met Het hondje van de Raad van Elf.
De maandagmiddag staat weer in het teken van de kin-deren/wichterkes. Zo’n 2500 kleine Rogstaekerkes en Rogstaekerinnekes leggen hossend en dansend in prachtige bonte carnavalstenues hun eigen optocht af. Een voorbeeld eigenlijk voor de volwassenen, zowel in de optocht als op de rand van het trottoir. Je kunt zien dat de ouders hun uiterste best hebben gedaan de kinderen zo origineel mogelijk uit te dossen om ze en passant voor te bereiden op nog heel veel meer carnavalsfeesten de komende jaren. Traditiegetrouw bezoekt Prins Rolf I met zijn gevolg, de Raad van Elf en de Boore Hermeni-j, weer het St. Jans Gasthuis. Ook bezoekt hij het politiebureau waar korpschef Van Vuuren niet alleen een dankwoordje spreekt, maar – belangwekkender – de Raad van Elf een dikke pluim geeft door te zeggen dat door de goede leiding aan de carnavalsactiviteiten de taken van de politie aanzienlijk worden verlicht.
Prins
Rolf I Mathijsen
Adjudanten
Albert Jansen
Jan Saelmans
Piet Dirckx
Ton Joosten
Jeugdprins
Loek III Beekmans
Liedje: Vastelaovundj 1955
Dreej daag van laol en plezeer
Di-j kaome noow weer vuur os aan
Di-j daag regiertj dan oeeze Prins hieel Wieert Vae hebbe weer fieest van ut Roggebieest Want in Wieert es Carnaval:
De Raod van Elluf es present
Al haaje ze geine cent
De Rogstaekers di-j doon weer meij
Det es zoee fijn
’t Beer en de borrel smaaktj os good
Det zitj os in oees blood
Want met de Wieerter Carnaval
Gae treftj os oeeveral.
Gouden Rog
Circus Leontino, Buurtschap de Oelemarkt