1675, herdenkingsteen Costerius paterskerk Weert

Jan Costerius  (* 1609 Den Bosch – † ± 1676/1677) werd in 1637 benoemd tot rentmeester van de heerlijkheid Weert . Met zijn vrouw Maria van Ham vestigde hij zich in Weert.   In Den Bosch was hij lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap.  Het paar schonk aan de minderbroeders het Antonius-altaar, dat zich rechts van  de doorgang naar het koor bevond. Als restant van dit altaar is hun memorieschild nog aanwezig.  Hun zoon Arnold werd in 1678 door keizer Leopold I in de rijksadelstand verheven onder de naam Costerius de Boschofen.  Gedurende  anderhalve eeuw  vervulde leden van deze familie  het ambt van rentmeester en scholtis van de heerlijkheid Weert.

Op deze laat 17e eeuwse steen treft men centraal de geslachtswapens van de stichters van dit klooster gravin Johanna van Meurs (links) en graaf Jacob van Horne (rechts) aan.  Beide wapens worden rechts en links in half-reliëf geflankeerd door het wapenschild van Costerius met de drie granaatappels. De steen wordt bekroond  met hun helmteken:  een wildeman met knots die met zijn hand een leeuw bedwingt. Dit teken symboliseert de mythe van Herakles en de Nemeïsche leeuw. De steen is een schenking van de familie Costerius, vermoedelijk van Jan Costerius en zijn vrouw, ter ere van de stichters van het klooster.

De ‘plaatselijke’geschiedenis van de steen ervan is ongeveer als volgt : Omstreeks 1900 lag  de steen vóór het hoogaltaar op het koor. Daarna is de zerk in het begin van de 20e eeuw vanuit de kerk overgebracht naar het inmiddels opgeheven paterskerkhof dat lag tussen de kerk en het syndica-huisje aan de Biest.  In 1934 moest de steen het kerkhof verlaten en werd elders neergelegd. Veel rust kreeg de zerk niet, want zij werd nog enkele keren verplaatst totdat zij tegen de buitenmuur van de kerk geplaatst werd.

Op 13 mei 2004 is de grafsteen  teruggeplaatst in deze minderbroederskerk, maar nu tegen de binnenmuur. Dit werk werd geheel belangeloos gedaan door Bouwbedrijf Mertens uit Weert.

De steen zal de herinnering levend houden aan van  de stichters van het klooster Horne-Meurs en aan de schenker Costerius, rentmeester en scholtis van de heerlijkheid Weert.