De Rogstaekers, inmiddels toch een al wat oudere vereniging, blijkt bijna elk jaar niet wars van hier en daar een vernieuwing en toont zich dus jong van hart. Het seizoen wordt geopend met een combinatie van de openingszitting en het lidjesfestival. Ton Wolter komt met zijn nummer Stomme Knauwel als winnaar uit de bus. Weert heeft dus zijn carnavalsschlager 1998 te pakken.

De locatie voor de Bonte Avonden is, na een ingrijpende verbouwing en upgrading, weer het Munttheater.

Op donderdag 8 januari wordt er de eerste (generale repetitie) Boonte Aovendj gehouden met als publiek leden van het politiekorps, de brandweer, de media, de seniorenorganisaties en de geestelijkheid. Heel toe-passelijk is het motto Op sjiek. Op de gala-avond wordt bij de opening de Jeugd Raod van Elluf geïnstalleerd en aan het slot, op muziek van walskoning André Rieu en met veel muzikaal dans- en muziekspektakel, treedt Noël Seerden als Preens Noël d’n ieërste uit de achtergrond naar voren. Noël is (nog steeds) muziekleraar en dirigent van een aantal koren waaronder de Vastelaovendj Zèngers. De door hem uit te geven ordetekenen zijn die van Ut Noeëtebelkske en onder het devies Met völ meziek, vastelaovendj ke-j sjiek walst hij zijn regeerperiode in. Een chique drietal Adjudanten helpen hem daarbij: Jos Gijsen, Leon Hoeben en Ruud Teunissen.

De zondagmiddag is met de wichtermiddig weer voor de toekomst van De Rogstaekers. Met enig ceremonieel, rechtstreeks op de lokale tv te volgen, komt Roy Ockers als jeugdprins Roy I tevoorschijn. Roy is een zoon van het echtpaar Ockers-Smeets en kleinzoon van Cis (‘de kapper’) Smeets, erkend vastenavondvierder en – stimulator in Weert. Met Bugs Buddy umme nek, al di-j daag kei-j te gek is zijn devies en consequent is zijn ridderorde die van Bugs Bunny. Op de maandag-editie weer het S.L.V.-kwartet op de Bühne. Leon Stultiens, voor het elfde jaar regisseur van de Bonte Avonden, krijgt de Zilveren Buut en Frans Slabbers ontvangt de medaille Van Verdeenste. Een paar dagen later ontvangen De Rogstaekers, in het kader van de gemeentelijke fusie Weert-Stramproy, hun collega-vereniging De Zoatmaale uit ‘Rooi’. Tussen alle carnavalsgedruis door viert de carnavalsvereniging van bouwer Wilma het 3×11-jarig jubileum. Vör de lôl en de Zieëpespreengers zijn aan hun elfjarig bestaan toe.

Het Boerenbal start bij etablissement De Poorter. De Vorst van De Zaotmaale met zijn echtgenote en de Vorst van carnavalsvereniging De Vèrkusköp vormen bij de boerenbruiloft het ouderpaar. Prinselijke Adjudant Ruud Teunissen blijkt de boerenbruidegom. Met veel muziek gaat het in optocht naar de Oelemarkt waar bruidje Wendy Driessens wordt opgehaald. Per paardentram gaan zij naar de Poort van Limburg waar het bruidspaar door Prins Noël I in de onecht wordt verbonden.

De Rogstaekers hebben inmiddels zoveel faam verwoven als organisatoren van grote evenementen zoals de uitreiking van de Orde van de Gulden Humor, dat zij in samenwerking met Omroep Limburg, de tweeën–twintigste editie van het Vastelaovund Lidjeskonkoer mogen organiseren. The place to be is ook nu weer Sporthal Boshoven, die wordt getransformeerd tot een feestpaleis met alle faciliteiten voor de verwachte tweeduizend bezoekers. De presentatie is in handen van Alf Poell, die – een beetje chauvinistisch – bij dit soort gelegenheden altijd als ex-Weertenaar wordt geafficheerd. Copperband Moorland zorgt als vanouds voor de juiste muzikale sfeer. Uit negentien liedjes wordt Opzie, opzie, opzie van Gaston Jacobs uit Ulestraten als winnaar uitgeroepen.

Zondag voor carnaval is de sleuteloverdracht, waarvan het ceremonieel niet door de burgemeester, maar door wethouder van cultuur Marleen Gresnigt – Ramaekers wordt verricht. Er wordt geluisterd naar de gebruikelijke toespraken en humoristische steekjes onder water. Om het extra ludiek te maken is het publiek in ‘koren’ verdeeld en dat leidt tot een massale canon. Als het gezelschap zich opmaakt voor vertrek naar de Prinsenreceptie staan – tot grote verrassing van met name Zijne Dorstlustige Hoogheid – alle koren waarvan Noël Seerden dirigent is in de hal van het stadhuis opgesteld. Het wordt een indrukwekkend en voor sommigen emotioneel eerbetoon aan de ‘grote leider’. Op de receptie in de Poort van Limburg is iedereen aanwezig die maar iets met carnaval te maken heeft, om de Prins te feliciteren, succes te wensen, een cadeautje of een onderscheiding te geven.

Op zaterdagavond vóór carnaval is de aftrap voor een initiatief van carnavalsclub De Dorstvlieëgels. De eerste Nacht vanne Wieërter Vastelaovendj, met als meest in het oog springend de Miss Harry Vurkeezing. De achterliggende gedachte voor dit initiatief is het gegeven dat de Weerter carnaval nogal erg man-gericht is: de Raad van Elf en De Rogstaekersclub bestaat uit mannen, er is een Jeugdprins en een volwassen Prins. Gelukkig, aldus de organisatoren, storten steeds meer vrouwen zich in de vastenavond zonder zich al te druk te maken over kapsel, make-up enz. Er komt dus een zoektocht op gang naar ‘Miss Harry’: een vrouw die ‘niet te flauw, niet te fijntjes opgevoed is’. ‘Geen hittepetitje of barbiepopje, maar een vrouw met ballen’.

De Poort van Limburg is mudvol. Bep Nies-Tobben blijkt het best aan de kwalificaties te voldoen. Als prijs mag zij met haar echtgenoot de nacht doorbrengen in l’Auberge en de volgende dag mag zij de carnavalsstoet openen.

Een wat ongwoon begin van de optocht: Vastelaovendjclub Vae Twieë bestaat elf jaar en houdt gemakshalve receptie bij de opstelplaats.

Vanwege de regenachtige omstandigheden zijn er dit jaar wat minder toeschouwers dan de voorgaande jaren: zo’n zestigduizend. Van alle 137 nummers worden De Kroeëkestöpkes met Det veuldje op eur klump aan met de hoogste score – 185 punten – gejureerd. De Gouwe Rog dus! De Knawwelprieës komt in het bezit van De Gallepurs met Oefening baart kunst.

Carnavalsmaandag trekt er een lange, fleurige stoet carnavalistisch uitgedoste c.q. uitgemonsterde kinderen in de wichteroptocht door de Weerter binnenstad. Het is schitterend weer en de snuik, die deze keer bij het politiebureau wordt uitgedeeld, smaakt uitstekend. Aansluitend vindt de hosmiddig plaats met de prijsuitreiking voor de Broonze Bakfiets, die net als vorig jaar wordt gewonnen door De Kluuënskes, en voor de Schoeënste Kop, gewonnen door Merijn Halfers. Op alle basisscholen zijn folders verspreid over de Weerter carnaval en via een videofilm is de kinderen de achtergrond en sfeer van dit volksfeest bijgebracht. Een geslaagde opzet!

Aan het Toêt- en Blaosfieëst nemen 24 hermeniekes deel. De burgemeester moet troostende handelingen verrichten om de afscheidstranen van jeugdprins Roy I te drogen. Het speelt zich allemaal af op de Markt, maar wel op een andere plek dan gewoonlijk, namelijk bij het Kerkelijk Museum.

’s Avonds rond tien uur staat er een massa mensen bij elkaar rondom het Rogstaekersbeeldje op de Markt. Na het traditioneel en ceremonieel steken van de rog verplaatst de menigte zich naar de Nieuwe Markt. Daar wordt de winnaar van het Toêt- en Blaosfieëst, net als vorig jaar De Heijbieësembeengers, uitbundig toegejuicht en voor de winnaar van de nieuw leven ingeblazen Knawwelprieës, De Moôsknienkes, is de volgende ovatie. Er volgen woorden van dank over en weer, de rog gaat in vlammen op, Noël I staat met het vertrouwde dirigeerstokje voor de kapellen, de sleutel wordt ingeleverd en er klinkt een laatste Vae zeen as Rogstaekers geboeëre … Spijtig of niet, vastelaovendj 1998 is aan zijn eind gekomen. Een aardig citaat uit weekblad Het Land van Weert: ‘Vastelaovendj vieren is een kunst. Er mee ophouden nog meer’.

Prins
Noël I Seerden

Adjudanten
Jos Gijsen
Leon Hoeben
Ruud Teunissen

Jeugdprins
Roy I Ockers

Liedje: Stomme knauwel
Inne stad loog unne wînkel vreej
Vroog aan Verheul waat deut de heur noow heej
Zegktj mich us waat mojjae daovör beure
Want as ‘t kân, wil ich ‘t hieël gaer heure
Inne stad loog ‘ne wînkel vreej
En ich waas d’r weer as ieërste beej
Dao heb ich noow mien eige zaak
Daorum det ich daovör reklame maak.

Refrein:
Want ich verkoup schaele zeîver
Ich verkoup gekke kâl
Verkoup stomme knauwel
En det doon ich oeëverâl
Paktj uch ‘n ker in miêne winkel
En laatj di-j dan mer goot vôl
De priêze valle mej
En gae kriegtj de groeëtste lôl.

Gouden Rog
V.V. De Kroeekestöpkes