1928 – Vastelaovend

Wat weerter jeugd in 1928 Met J. Geenen, P. Joosten, P. Reemers, G. Heenis, H. Bos en U. Giebels.

Al vroeg in het jaar 1928 verschijnen er beschouwende artikelen in de kranten omtrent dit volksfeest en oproepen aan verenigingen etc. om toch vooral aan de optocht mee te doen. En ook weer een ingezonden brief in Het Kanton Weert van 27 januari, ondertekend door ‘Een Organisatieman’.

De schrijver maakt zich erg boos over de houding van sommige personen en verenigingen die carnaval de rug toekeren omdat het te veel zou kosten. In de ogen van de boze organisatieman zijn zij ‘lummels, sufferds van Weert’. Hij laat zich meevoeren in zijn drift en voorspelt dat Weert zal achterblijven bij al die Limburgse steden die wel gedijen in carnavalstijd. Hij noemt de Marotteclub van Sittard als voorbeeld: deze kan wel financieel uit de voeten door geldelijke bijdragen van onder meer de kasteleinsbond. Hallo Weerter kasteleinsbond: jouw leden varen toch wel bij een drukke vastenavond? Kom maar op met de centen (naar vrije vertaling…)! Overigens niets dan lof van onze scribent voor de organisatoren van de Weerter carnaval. Tijdens de optochtvergadering van het Comité wordt besloten dat de optocht doorgaat bij een minimale deelname van dertig groepen. Ook wordt besloten een geldelijke bijdrage van de Weertenaren te vragen. Al spoedig blijkt dat de optocht doorgaat en in Het Kanton Weert van 17 februari prijkt het officiële optochtprogramma van het Uitvoerend Comité:

Carnavalsmaandag: de optocht. Marechaussees en politie zijn uiteraard present en ook het bestuur van het Uitvoerend Comité is prominent aanwezig in de stoet. Daarin wordt Emmanuel Smeets erevoorzitter Herman Smeets de nieuwe voorzitter. Opvallend is de ruime deelname door sportverenigingen: kruisboogvereniging Vrede en Vermaak, de Hengelclub, voetbalverenigingen S.D.W. en Wilhelmina ’08 (twee wagens), de Stedelijke handboogschutters en die van Aemulator, ‘De Rogstèkers’ en Diana. In dit rijtje hoort ook gymnastiekvereniging Jan van Weert thuis. De schutterijen van St. Oda en St. Job marcheren ook mee. Er is volop muzikaal vertier met onder meer Stedelijke Harmonie St. Antonius, fanfare Sint Joseph en harmonie St. Franciscus. Het bakkersgilde St. Lucia is van de partij en ook enkele grote ondernemingen als de Wertha Brouwerij, meelfabriek Gebr. Van de Venne en de Weerter Auto-maatschappij. Buurtschap Maaspoort is met maar liefst vier groepen vertegenwoordigd. Doorheen de optocht een bonte wemeling van clowns, narren, ‘baliekluivers’ en ‘piepknuiters’. Naast eenlingen en kleine groepen doen ook een reclamewagen en een reclamegroep mee. De route is als gebruikelijk, met dien verstande dat een lus naar het Stationsplein (keerpunt) wordt gemaakt.

De week na carnaval verschijnen er lovende kritieken in de krant, zowel over de kwaliteit van de optocht als over het verloop van de dolle dagen. Er is geen wanklank en er zijn goede zaken gedaan. Een welgemeend dankwoord van het Hoofdbestuur past daarbij.

In die krant staat ook een pagina met het Wierter Vastenaovendjblaat, een extra uitgave vanwege het 1 x 11-jarig bestaan (1917 – 1928). De redactie is van Piet Langnaas en hij doet de geruststellende mededeling dat ‘abonnees’ gratis verzekerd zijn tegen onkruid en waterschade. In dit blad is ook de tekst opgenomen van het carnavalsliedje uit 1928 dat wordt gezongen op de melodie van ‘Ik heb mijn hart in Heidelberg verloren’