12 september 1629: Kwitantie van schoolhoofd Martinus Pitten

Kwitantie Martinus Pitten 12 september 1629 OAW 1162

Martinus (Merten) Pitten, onderwijzer, schrijft op 12 september 1629 een kwitantie uit waarop hij vermeldt dat hij van het gemeentebestuur van Weert het jaarsalaris heeft ontvangen.

In die tijd loopt het schooljaar van de feestdag van St. Jan op 24 juni tot het jaar daarop. Pas dan ontvangt een leerkracht zijn jaarsalaris en wordt een nieuw contract opgemaakt tussen het gemeentebestuur en de onderwijzer.

Blijkbaar hebben de onderhandelingen tussen het stadsbestuur en de leerkrachten enige tijd geduurd. In het leerjaar 1628/29 zijn er drie leerkrachten: behalve Merten Pitten die het salaris (160 gulden ) pas ontvangt op 12 september, zijn dit Jacobus Pretorius, schoolmeester, die zijn kwitantie (156 gulden) ondertekent op 14 september en Joannes Verrijt, organist. Hij ondertekent al op 23 juni dat hij zijn salaris van 90 gulden ontvangen heeft, maar Verrijt verlaat Weert om zijn carrière elders voort te zetten.

Het handschrift van de kwitantie van Jacob Pretorius is wat beverig. Het jaar tevoren (1627/28) verdient hij nog 176 gulden en Merten Pitten 150 gulden en Jan Verrijt 80 gulden. Blijkbaar heeft Pretorius een stapje terug moeten doen ten gunste van Merten Pitten die hem, na een jaar aan de school verbonden te zijn, overvleugelt.

Merten Pitten blijft rector van de school totdat hij in 1642 de functie van stadssecretaris aanvaardt. Zijn salaris wordt in 1635 verhoogd tot 176 gulden.

De eigenhandig geschreven kwitantie van Merten Pitten luidt:
Ick onderschreven kenne midts desen ontfangen te hebben vanden eersamen heer Borghemeester Goort Hugo de somme van hondert Sestich guldens, herkomende van een iaer de kinderen deser gemeente van Weert te leeren inde Latijnsche taele, ende dit voor het iaer 1629. In kennisse der waerheijt heb ick dit onderteeckent.
Den 12 September 1629.
Bij mij als Rectoor Martinus Pitten.

Er wordt dus al vóór de oprichting van de Latijnse school in 1648 het vak Latijn onderwezen [gedoceerd] op wat wij tegenwoordig de basisschool zouden noemen, maar waarschijnlijk toch voor de wat meer begaafde leerlingen.